Het vreemd vermogen De jonge boer is bij de overneming veelal ge noodzaakt vreemde financieringsmiddelen aan te trekken. Onderstaande tabel geeft een nader inzicht van de kredietopneming door bedrijfs- overnemers in de verschillende gebieden. Totaal tabel al of niet kredietopneming en soort krediet van het totaal dat geen krediet opnam van het totaal dat wel krediet opnam Kredietopneming in de v< onderh. hypo- lening theek orm van overige leningen Friesland 20% 80% 58% 25% 17% Drenthe 22% 78% 64% 29% 7% Z.zand (N.-Br.) 23% 77% 33% 63% 4% Z.-Limburg 40% 60% 41 48% 11 W. Kleigebied 30% 70% 45% 53 2% in van het totaal aantal opgenomen kredieten. Ongeveer 75 van de overnemers nam dus krediet op. Tevens blijkt dat er nogal verschillen in deze percentages bestaan tussen de diverse onderzoekgebieden. In de bovenstaande tabel zijn dus drie hoofd groepen van kredieten beschouwd, namelijk de onderhandse lening, de hypotheek en de overige leningen. De onderhandse leningen zijn leningen van ouders, familie en particulieren, al of niet op schuldbekentenis. Hierbij komt veelal geen geld op tafel. De zoon neemt bijvoorbeeld de inventaris over en tekent daarvoor een schuldbekentenis. Het merendeel van deze leningen wordt verstrekt door de ouders; de zekerheid bij deze kredietvorm is niet groot en de verstrekking berust op wederzijds vertrou wen. Alhoewel hier geen bedragen genoemd zijn, blijkt toch dat deze vorm van financiering van groot belang is voor de beginnende boer. Het aantal hypotheken, dat opgenomen wordt door bedrijfsovernemers, is eveneens aanzienlijk, echter het hoge percentage pacht beperkt vaak de mogelijkheid tot hypotheekopneming. Het nu volgende staatje geeft een overzicht van de relatieve belangrijkheid van de verstrek kers van hypotheken. BEDRIJFSOVERNEMING EN HYPOTHEEK van het aantal hypotheken verstrekt door landbouw- kredietbanken andere banken inst. beleggers familie en particulieren Onderzoekgebied Friesland Kleibouwstreek 52% 7% 41 Weidebouwstreek 47% 18% 35% De Wouden 63% 29% 8% Friesland gemiddelde 54% 19% 27% Zandgebied Drenthe 62% 18% 20% Veenkoloniën 22% 26% 52% Drenthe gemiddeld 52% 20% 28% Zuidelijk zand Noord-Brabant 78% 9% 13% Zuid-Limburg 84% 10% 6% W. Kleigebied 34% 33% 33% Zuiden gemiddeld 68% 15% 17% 107

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 21