Sparend Nederland
m
1
Bedragen x f 1 miljoen
Mutaties
januari
Mutaties
februari
Mutaties
jan./febr.
Saldo
tegoed
Tegoed lii
van het
totaal
c
c
c
O)
O)
Dl
Terug-
betalin
Spaar-
versch
Inlager
Terug-
betalin
Q. m
CO
Inlagei
Terug-
betalin
Spaar-
versch
1/1
28/2
1/1 28/2
1965
Rfb. Utrecht
204,3
173,4
30.9
183,5
151,9
31,6
387,8
325,3
62,5
4300,0
4362,5
27,7
27,6
Bib. Elndh.
159,3
135,9
23,4
141,2
116,2
25,0
300,5
252,1
48,4
2773,9
2822,3
17,8
17,8
R PS
110,8
93,6
17,2
120,2
83,3
36,9
231,0
176,9
54,1
3879,6
3933,7
25,0
24,9
Alg. Spaarb.
305,6
263,9
41,7
286,6
215,3
71,3
592,2
479,2
113,0
4583,9
4696,9
29,5
29,7
780,0
666,8
113,2
731,5
566,7
164,8
1511,5
1233,5
278,0
15537,4 15815,4
100,0
100,0
1964
Rfb. Utrecht
194,4
156,4
38,0
157,9
132,6
25,3
352,3
289,0
63,3
3835,3
3898,6
27,5
27,4
Bib Elndh.
148,4
117,7
30,7
121,8
96,4
25,4
270,2
214,1
56,1
2431,4
2487,5
17,5
17,5
RPS
108,5
89,3
19,2
108,0
76,3
31,7
216,5
165,6
50,9
3568,0
3618,9
25,6
25,5
Alg. Spaarb
273,5
227,2
46,3
236,8
179,8
57,0
510,3
407,0
103,3
4103,0
4206,3
29,4
29,6
724,8
590,6
134,2
624,5
485,1
139,4
1349,3
1075,7
273,6
13937,7 14211,3
100,0
100,0
Kanttekeningen bij de cijfers
Door een spaaroverschot van 31,6 miljoen
en een toename van de creditsaldi in lopende
rekening met 3,7 miljoen steeg het bedrag der
toevertrouwde middelen in februari met f 35,3
miljoen (verleden jaar met 24,9 miljoen).
Tegenover deze aanwas van toevertrouwde
gelden stond een toeneming van de uitzettingen
in eigen kring met 25,5 miljoen (verleden jaar
met 38,1 miljoen).
Het bedrag der liquide middelen kan daardoor
worden versterkt met 7,2 miljoen.
Het spaaroverschot bij de 4 spaarinstellingen
tezamen was in februari ruim 25 miljoen
hoger dan verleden jaar, maar toch nog ruim
36 miljoen lager dan in februari 1963.
Do voorlopige gegevens over de maand maart
wijzen op een beter spaarresultaat dan in
maart 1964.
105