verruiming van de voorwaarden die voor het
plaatsen van buitenlandse leningen in Neder
land gelden.
Terwijl tot dusverre was bepaald, dat de
Nederlandse banken ten hoogste één vierde ge
deelte van de in Nederland uit te geven buiten
landse leningen mochten opnemen, de verhande
ling van een buitenlandse lening op de Amster
damse beurs eerst werd toegestaan, nadat reeds
notering op een buitenlandse beurs was ver
kregen, zijn deze beperkende bepalingen thans
opgeheven. Vermoedelijk zal daardoor in de
naaste toekomst de buitenlandse emissiebedrij
vigheid te Amsterdam weer toenemen. Het ver
ruimende effect van de naar ons land gerichte
kapitaalstroom kan aldusworden geneutraliseerd.
Handelsbalans en deviezenpositie
In dit verband dient ook nog even te worden
stilgestaan bij het verloop van de handelsbalans.
Deze gaf voor januari jl. slechts een tekort te
zien van 277 miljoen, hetgeen 219 miljoen
minder is dan in de overeenkomstige maand van
1964. Hier weerspiegelt zich ten dele de ver
betering van de produktiviteit, die geleidelijk tot
stand is gekomen, terwijl ook het voortduren
van de inflatie in de afzetlanden deze ontwikke
ling in de hand werkt, omdat de concurrentie
voor onze exportindustrie daardoor gemakke
lijker wordt.
Bij een dekkingspercentage van de invoer van
circa 86 door de uitvoer, zoals voor januari jl.
kan worden berekend, mag worden aangenomen,
dat het invoeroverschot betrekkelijk gemakke
lijk uit de andere posten van de lopende
rekening der betalingsbalans kan worden ge
dekt. Dank zij deze omstandigheid kunnen de
middelen die uit hoofde van de kapitaalbeweging
naar ons land vloeien ook inderdaad aan de
deviezenvoorraad worden toegevoegd. Dit brengt
weer een verruiming van de binnenlandse liquidi
teiten met zich, waardoor de rentedaling
derhalve nog meer in de hand wordt gewerkt.
Deze ontwikkeling steekt dus wel zeer gunstig
af bij die van een jaar geleden.
Wat de deviezenpositie aangaat, dient aller
eerst aandacht te worden gewijd aan de door
het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubli
ceerde monetaire analyse per einde 1964.
Daaruit bleek, dat het totaal van de monetaire
reserves van ons land einde december jl. was
gestegen tot 9148 miljoen tegen 8925 mil
joen einde 1963. Deze reserves omvatten ook
het tegoed van Nederland bij het Internationale
Monetaire Fonds. Het is verheugend, dat het op
circa 1 miljard geraamde tekort op de lopende
rekening van de betalingsbalans klaarblijkelijk
Balkbrug ƒ7 miljoen
De heer H. W. Dimmendaal, voorzitter van het
bestuur, overhandigde aan een drietal spaarders
een envelop met inhoud.
Aanleiding tot dit feestelijk gebeuren was het
bereiken van de 7 miljoen aan spaargelden.
Einde van de samenwerking
in het Gezins-Begrotings-Instituut
Op 1 januari 1965 is de samenwerking van de
vier grote spaarinstellingen, de beide centrales
der landbouwkredietinstellingen, de Rijks
postspaarbank en de Nederlandse Spaarbank-
bond, in het Gezins-Begrotings-Instituut geëin
digd.
Dit is geschied doordat de Nederlandse
Spaarbankbond zich uit de samenwerking heeft
teruggetrokken, hetgeen reglementair ten gevolge
had, dat het Gezins-Begrotings-Instituut zijn
taak voortaan wederom uitsluitend in het kader
van de Nederlandse Spaarbankbond, respec
tievelijk de Stichting Spaarpropaganda van deze
bond zal verrichten.
73