Kroniek van land- en tuinbouw De minister voelt niet voor individuele subsidies; concurrentievervalsing door ongebonden steunmaatregelen; uitkeringen bij bedrijfsbeëindiging te hoog? bijdrage voor het aanbrengen van bedrijfsverbeteringen. De discussies omtrent het verlenen van sub sidies aan individuele bedrijven, welke de laatste tijd welhaast de hoofdschotel vormden van het vergaderseizoen van de georganiseerde land bouw, zijn plotseling verstomd, hebben althans niet geleid tot afgeronde conclusies. In de vorige kroniek hebben we erop gewezen, dat men zich ernstig afvroeg of wij ook in Neder land moeten overgaan tot het verstrekken van subsidies bij allerlei investeringen, welke een verbetering van de bedrijfsvoering beogen. Ener zijds werd overwogen dat het tot nu toe gevoer de markt- en prijsbeleid onvoldoende ruimte heeft geschapen voor het opheffen van allerlei knelpunten, die een moderne bedrijfsvoering in de weg staan. Zo zou b.v. rentesubsidie kunnen worden verleend bij verbetering van het ge bouwenbestand of bij bedrijfsovername bij de generatiewisseling. Anderzijds zou Nederland ook niet lijdelijk mogen toezien dat men in onze partnerlanden in de E.E.G. op grote schaal con currentievervalsing pleegt via overheidssubsi dies. Om onze voorsprong niet te verliezen zouden wij, zij het noodgedwongen, ook een subsidiesysteem moeten toepassen. Inmiddels heeft minister Biesheuvel zich even eens in de discussie gemengd. De bewindsman heeft er in de Tweede Kamer geen twijfel over laten bestaan, dat hij niet van plan is aan indivi duele boeren rentesubsidies of dergelijke te ver lenen, dat hij zich verzet tegen een subsidie beleid in de landbouw. Wij mogen onze land bouwpolitiek op dit punt niet door vrees voor de buurlanden laten beïnvloeden. Juist door de straffe wind van de internationale concurrentie, juist omdat wij niet zijn beschermd als andere landen heeft Nederland en hetzelfde geldt voor Denemarken een sterke landbouw. Het systeem, dat wij toepassen om de landbouw op hoger peil te brengen, nl. door grote bedragen te steken in onderwijs, onderzoek en voorlich ting, is veel effectiever en biedt de boer uit eindelijk meer profijt dan individuele subsidies. Aldus de minister. Nederland kritiseert ongebonden subsidiebeleid Ook in Brussel heeft de minister van Land bouw in een vergadering van de Raad van Ministers scherpe kritiek geleverd op wat hij noemde het ongebonden subsidiebeleid in de afzonderlijke lidstaten, waardoor de concurren tieverhoudingen op de Gemeenschappelijke Markt volledig dreigen te worden vervalst. In een in Brussel officieel afgelegd „Statement" verklaarde onze minister dat een gemeenschap pelijke aanpak van het vraagstuk der steun maatregelen dringend nodig is en hij stelde daar bij met grote bezorgdheid vast, dat er nog geen voorstellen zijn, die de Raad van Ministers in staat zouden stellen een duidelijk beleid ten aanzien van deze maatregelen te ontwerpen. Hij stelde daarom voor aan de Europese Commissie te verzoeken voor 1 april 1965 een volledige inventarisatie van alle nationale steunmaat regelen van de lidstaten te verschaffen. Enkele maanden later zouden dan voorstellen moeten worden ingediend op grond waarvan alle nieuwe „produktgebonden" steunmaatregelen aan een een communautaire toetsing moeten worden onderworpen. Bovendien zou men zo spoedig mogelijk moeten komen tot gemeenschappelijke criteria en een tijdschema voor de afschaffing, of in bepaalde gevallen tot aanpassing aan het verdrag, van alle bestaande nationale steun maatregelen. Het is te hopen dat deze ernstige waarschu wing de nodige indruk zal maken en dat Brussel op het punt van het subsidiebeleid duidelijke taal gaat spreken. Worden de concurrentie vervalsende overheidssubsidies niet ten scherp ste veroordeeld, dan zullen wij ons ernstig 36

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 6