Effectendepotadministratie
In de achter ons liggende maanden waren wij
een enkele maal gedwongen aan de aangesloten
banken mede te delen, dat de afrekeningen van
coupons met vertraging zouden doorkomen. Die
vertraging moest aan een veelheid van factoren
worden toegeschreven.
In de eerste plaats dient te worden vermeld
een zeer sterke toename van effectentransacties,
die aan de Centrale Bank ter verwerking werden
doorgegeven. Dit bracht met zich, dat, om deze
uitbreiding van werkzaamheden op te vangen,
overgegaan moest worden tot het aantrekken
van nieuw personeel. Door de schaarste op de
arbeidsmarkt kon aan die vraag niet voldoende
worden voldaan.
Bovendien leidde de krappe arbeidsmarkt er
in hst algemeen toe, dat de noodzakelijke ver
eisten, die aan nieuw personeel moesten worden
gesteld, niet altijd konden worden verwezenlijkt.
Tenslotte mag niet onvermeld blijven, dat in
de bestaande administratieve verwerking, welke,
zoals bekend is, met behulp van ponskaarten
geschiedde, juist terzake van de behandeling
van die ponskaarten bijzonder veel „handwerk"
voorkwam.
Al deze factoren deden dan ook medio 1964
de directie besluiten de depotadministratie te
gaan voeren met behulp van een computer, voor
lopig in service bij de I.B.M.
De wijze, waarop een en ander thans ge
schiedt, zal hieronder globaal worden aange
geven. Vooraf echter een enkel woord over de
vroegere wijze van verwerking.
Voorheen
Er waren een 4-tal ponskaartenbestanden:
1. Een cliëntenbestand. In dit bestand kwam
voor elk fonds per cliënt één ponskaart voor.
De kaarten stonden gerangschikt op bank-
cliënt-volgorde.
2. Een fondsenbestand. Dit bestand moest ge
zien worden als tegenhanger van het cliën
tenbestand. De kaarten stonden evenwel ge
rangschikt op code-fonds, en per fonds op
volgorde bank-cliënt.
3. Een coupon-/dividendbestand. Voor wat de
obligaties betreft stonden de ponskaarten in
volgorde van de couponvervaldagen. De
ponskaarten van de niet betalende obligaties
en van de aandelen stonden in code-fonds
volgorde.
4. Een adressenbestand. Voor elke depotcliënt
kwamen in dit bestand naam, adres, woon
plaats (N.A.W.)-kaarten voor.
De vier bestanden bestonden tezamen uit
circa 750.000 ponskaarten. Voor de vervaardi
ging van de coupon- en dividendnota's met be
hulp van administratiemachines werd gebruik
gemaakt van de bestanden 3 en 4.
Voor elke mutatie in het effectendepot (depo
nering-lichting) werd een ponskaart vervaardigd,
welke, na controle op de juistheid van codering
en verponsing, in de bestanden moest worden
verwerkt. Het lichten van de oude kaarten en het
terugzetten van de nieuwe kaarten gebeurde
uit economische overwegingen terecht met
de hand. Hier was echter de kans op vergissin
gen duidelijk aanwezig. Het monotone handwerk,
de voortdurende wisseling van personeel bij dit
onderdeel en de aanwezigheid van zovele be
standen hebben de kans op fouten voortdurend
vergroot.
Thans
Wat de omschakeling van de administratieve
verwerking van de hollerith naar de computer
betreft, mag worden gezegd, dat er in enkele
maanden tijds een krachttoer is verricht. Voor
het begrip, dat de aangesloten banken hebben
getoond voor de vertragingen enz. zijn wij zeer
erkentelijk.
De verwerking van de mutaties en de ver
vaardiging van de coupon- en dividendnota's
geschiedt met behulp van een computer
I.B.M.-1401. De configuratie van deze installatie
is zodanig, dat daartoe ook magnetische band
eenheden behoren (tape-units). Deze magneti-
50