Financieel overzicht Verdere ontspanning Voor de geld- en kapitaalmarkt heeft de eerste maand van het nieuwe jaar geheel in het teken gestaan van een verdere ontspanning. Deze heeft zich vooral afgetekend in het koersver loop van de obligatiemarkt, dat de dalende lijn van de voorafgaande maand op nog meer ge prononceerde wijze heeft voortgezet. Het ver trouwen in de gulden is nog meer toegenomen en daartoe bestond ook wel alle aanleiding. Van buitenlandse zijde bleef de belangstelling voor de Nederlandse staatsfondsen onverminderd voortduren, hetgeen de koersstijging sterk in de hand heeft gewerkt. Deze trad niet alleen aan de dag in het herstel van de staatsleningen, doch evenzeer in de hoge agio's der nieuw geëmit teerde leningen. Deze gaven dan ook aan het einde van de maand aanzienlijke agio's te zien. De koers van de in december a pari uitge geven 5% lening Rotterdam was einde januari jl. reeds tot 103%% gestegen, terwijl de 5% obligatielening van de Nederlandse Gasunie toen reeds een stand van 104% had bereikt, hetgeen derhalve een agio van 4 ten opzichte van de emissiekoers betekende. Ook de 51/2 lening van de Bank voor Nederland- sche Gemeenten, die in januari jl. werd uitge- (vervolg van blz. 43) giraal)kan plaatsvinden. Ook zal moeten wor den nagegaan of het bedrijf via haar salaris administratie reeds een aandeel in de ver werking kan leveren (b.v. door cheques met naam of salarisnummer en bedrag te ver vaardigen). In het algemeen zal de verwerking in de administratie van de leenbank dienen te ge schieden, terwijl de spaarbank alleen voor de te besparen bedragen ingeschakeld dient te worden. Voor elk bedrijf zal van geval tot geval be keken dienen te worden hoe de uiteindelijke administratieve verwerking zal moeten ge schieden. geven, kon een doorslaand succes worden ge noemd. Na slechts enkele dagen verhandeld te zijn, werd aan het einde van de maand reeds een agio van 11/g% hiervoor genoteerd. Handelsbalans valt mee In het begin van de nieuwe maand heeft de koersstijging op de obligatiemarkt zich nog voortgezet, zodat het algemeen rendementspeil nog op een lager niveau kwam. Nadat op grond van gegevens, die reeds eerder werden gepubli ceerd, de aanwijzingen reeds waren toegenomen, dat geleidelijk het monetair economische even wicht zich hier te lande herstelt, werd zulks nog eens bevestigd door de nieuwe statistische ge gevens, die beschikbaar kwamen. Zo bleek uit de cijfers omtrent de buitenlandse handel in de laatste maanden van 1964, dat het tekort op de handelsbalans minder snel is gestegen dan aan het begin van 1964 werd verwacht. Het jaar werd uiteindelijk afgesloten met een tekort van 41/2 miljard, d.i. bijna 900 miljoen meer dan in 1963. Maar aanvankelijk had men zeker rekening gehouden met een tekort dat enkele honderden miljoenen groter zou zijn, terwijl, wat nog be moedigender is, de verhouding tussen in- en uitvoer in de tweede helft van 1964 veel gun- 6. Kosten Dit aspect vormt een afzonderlijk hoofdstuk. In het algemeen kan worden gesteld, dat de bemiddeling slechts dan kosteloos zou kun nen geschieden, indien de rentewinst op de door deze activiteit verkregen middelen een voldoende marge boven de aan de werk zaamheden verbonden kosten zou laten. Deze werkzaamheden hangen samen met de bovengenoemde punten, in het bijzonder met 1, 4 en 5. Daar deze werkzaamheden en der halve de kosten in het algemeen niet gering zijn en voor het bedrijf voorts een belang rijke kostenbesparing aan de girale loon- en salarisbetaling is verbonden, moet wel aan het in rekening brengen van kosten worden gedacht. Wij stellen ons voor te zijner tijd nader op dit onderwerp terug te komen. 44

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 14