Het Raiffeisengarantiefonds zette het afgelopen jaar zijn werkzaamheden nog op de oude voet voort, maar de voorbereidingen om afdeling C, overeenkomstig het besluit van de Algemene Ver gadering, tot een volwaardige kredietverzekeringsmaatschappij om te bouwen, vergden veel tijd en werk. Verwacht wordt, dat afdeling C in zijn nieuwe vorm vóór de zomer van 1965 in werking zal treden. Niet onopgemerkt mag hier blijven de oprichting van de Stichting Pensioenfonds Raiffeisen. Wij hopen dat de S.P.R. tot zegen van de banker. en hun personeel mag werken. De oprichting van de S.P.R. heeft een zeer gunstige weerklank in onze organisatie gevonden. Samen werken en samen vooruitzien Achter de 682 banken van onze organisatie en hun Centrale Bank staan de personen, die de besturen, de raden van toezicht, het personeel en andere organen vormen. Meer nog dan bij andere bedrijven hangt bij een coöperatie het welslagen af van de toewijding, het onderling vertrouwen en de bekwaamheid van de mensen, die er bij betrokken zijn. Met dankbaarheid mag geconstateerd wor den, dat deze eigenschappen in verleden en heden ruimschoots in onze organisatie te vinden zijn. Aan de bekwaamheid en de deskundigheid worden in onze tijd steeds hogere eisen gesteld. De vele werkbijeenkomsten, die in de laatste jaren op tal van plaatsen in het land belegd zijn, hadden ten doel het inzicht van onze functionarissen in de problemen en de ontwikkeling te verdiepen. Nog een ander element kwam in 1964 naar voren. De directeuren/kassiers werden in discussiegroepen verenigd, die zich ten doel stellen om bepaalde actuele onderwerpen te bespreken en daarover zo mogelijk suggesties en opmerkingen naar voren te brengen. Met deze discussiegroepen blijkt een goede greep te zijn gedaan. Hard is in 1964 gewerkt aan de voorbereidingen voor een opleidingscursus voor toekomstige directeuren/kassiers van onze banken. De behoefte aan goed geschoolde krachten wordt steeds groter. Op 1 september 1965 hoopt daarom een „Raiffeisenschool" de opleiding ter hand te nemen. De snelle ontwikkeling, die onze organisatie doormaakt en de vele vraagstukken, die wij daarbij op onze weg tegenkomen, heeft het Bestuur van de Centrale Bank een belangrijk besluit doen nemen. Het Bestuur voelt de behoefte over de ve3lheid in vraagstukken diepgaand overleg te plegen met personen uit onze organisatie. Evenals de Commissie-Minderhoud enkele jaren geleden aan de hand van het rapport Verrijn Stuart de agrarische kredietverlening heeft bestudeerd en de mogelijk heden van kredietverruiming van alle kanten heeft bekeken, zo zal thans een commissie ingesteld worden om zich op het terrein van de huidige problematiek te verdiepen en om de wegen uit te stip pelen, waarlangs onze organisatie zich in de komende jaren het best kan ontwikkelen. Het afgelopen jaar is door de Centrale Bank intensief benut om voorbereidingen voor het werk van deze commissie te treffen. Dit werk, dat in 1965, na de benoeming van de commissie, kan beginnen, zal alle gelegen heid geven tot die vorm van samen werken en samen vooruitzien, waaraan onze organisatie steeds zijn kracht heeft ontleend. Wij voldoen gaarne aan het verzoek van mevrouw Wissema en de heer en mevrouw Pompstra op deze plaats uitdrukking te geven aan hun gevoelens van dankbaarheid voor de vele bewijzen van deelneming, welke zij bij het overlijden van de heren W. Wissema en F. Pompstra mochten ontvangen.

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1965 | | pagina 6