Vlees
industrieën kunnen door de restituties concur
reren op basis van de voor de grondstoffen
geldende wereldmarktprijzen. Binnen de Ge
meenschap worden de z.g. intra-heffingen op
veredelingsprodukten verlaagd naarmate het
voergraanprijsverschil tussen de betrokken
landen kleiner wordt. Ook hier levert een even
tuele verhoging van het voergraanprijspeil in
Nederland dus geen onoverkomenlijke moei
lijkheid.
Anders ligt het evenwel op de binnenlandse
markt. Daar zal een hogere grondstoffenprijs
geheel gecompenseerd moeten worden door
een hogere marktprijs van de veredelingspro
dukten.
Behalve voor de voergranen biedt het E.E.G.-
beleid wellicht ook nog ruimte voor een ver
hoging van de vleesprijzen. Hoewel nog geen
gemeenschappelijke prijs of prijsvork is vast
gesteld, bestaat toch de mogelijkheid dat de
Europese Commissie hiertoe binnenkort zal be
sluiten. Dit behoeft geen onoverkomenlijke
moeilijkheden op te leveren, omdat de diverse
lid-staten reeds ongeveer dezelfde oriëntatie
prijs voor het rundvlees kennen, nl. rond f 2,
per kg levend gewicht. Het Landbouwschap
heeft reeds te kennen gegeven van mening te
zijn dat de marktvooruitzichten van dit produkt,
zowel op korte als op lange termijn, in verband
met een regelmatige voorziening voor het ko
mende jaar een beduidend hogere prijs nood
zakelijk maken. Slechts indien de veehouder
ook op langere termijn voldoende zeker is van
stabiele en rendabele vleesprijzen, zullen vol
doende kalveren worden aangehouden voor de
vleesproduktie.
Overigens heeft de rundvleesmarkt tegen
veler verwachting de laatste weken een zoda
nige daling ondergaan dat moest worden be
sloten tot het opleggen van een heffing bij im
port. Inmiddels worden de grotere aanvoeren
van slachtvarkens gemakkelijk opgenomen. Er
is een ruime vraag in het buitenland, terwijl ook
de binnenlandse consumptie enigszins is toe-
UITLOTING DEPOSITO-OBLIGATIES
Ten overstaan van notaris A. J. J. M. van lersel
te Utrecht vond op 27 november 1964, overeen
komstig het bepaalde bij artikel 5 van het regle
ment betreffende de deposito-obligaties van de
Centrale Bank, de uitloting plaats van de vol
gende nummers, aflosbaar per 31 december1964.
3%
lening
serie
B stukken van f 1.000,
Nrs.
11,
24,
32,
38,
101,
124,
140,
162,
175,
193,
202,
203,
207,
210,
211,
222,
237,
240,
246,
258,
278,
289,
299,
309,
313,
328,
329,
352,
370,
387,
399,
431,
498.
3%
lening
serie
C stukken van f
1.000
Nrs.
4,
13,
17,
39,
54,
66,
93,
102,
110,
154,
160,
166,
178,
194,
200,
219,
266,
267,
272,
293,
299,
307,
313,
317,
351,
354,
365,
393,
401,
407,
410,
418,
441.
3% lening serie J stukken van f 1.000,
Alle nummers der stukken met als eindcijfer
een 0.
3 lening serie K stukken van f 1.000,
Alle nummers der stukken met als eindcijfer
een 9.
3 lening serie L stukken van f 1.000,
Alle nummers der stukken met als eindcijfer
een 9.
3% lening serie M stukken van f 1.000,
Alle nummers der stukken met als eindcijfer
een 1.
3% lening serie N stukken van f 1.000,
Alle nummers der stukken met als eindcijfer
een 7.
3 lening serie O stukken van f 1.000,
Alle nummers der stukken met als eindcijfer
een 4.
366