Kroniek van land- en tuinbouw inkomen van 10.000. Wanneer men bedenkt besprekingen over gemeenschappelijke graanprijs; voergraanprijs vormt inkomstenbron voor de bouwboer, maar kostenpost voor de veehouder; gemeenschappelijke rundvleesprijs op hoger niveau stimuleert produktie; afschaffing veilplicht schept mogelijkheden voor nieuwe vormen van afzet en distributie; gevaren van interventie op tuinbouwmarkt. Deze maand gaven de landbouwperikelen in de E.E.G. weer ruimschoots stof tot welhaast onuitputtelijke discussies. Opnieuw werd het uithoudingsvermogen van de bewindslieden in lange en vermoeiende marathonzittingen zwaar op de proef gesteld. Het belangrijkste daarbij is wel dat de Duitsers eindelijk door de knieën zijn gegaan door in te stemmen met een ver laging van hun graanprijs. Zij het dat daarvoor een ruime schadeloosstelling wordt geëist in de vorm van een aan de Duitse boeren uit te keren som van ongeveer een miljard gulden. Waar deze tegemoetkoming in belangrijke mate van de Gemeenschap wordt gevraagd, zal Nederland daaraan ook zijn steentje moeten bijdragen. Zo zullen straks dus straks de Duitse boeren uit keringen ontvangen uit de Nederlandse schat kist, terwijl tegelijkertijd de uitkeringen aan onze eigen boeren, in de vorm van de graan- toeslag lichte gronden en de melkprijstoeslag, worden verlaagd! Overigens zal nog moeten blijken of men het over de thans aanhangige voorstellen eens kan worden, of men een bevredigende uitweg kan vinden uit het pakket van wensen en eisen, dat elk der landen aan de eenmaking van de graan prijs is gaan koppelen. In ieder geval is de politieke wil om het eens te worden thans wel aanwezig en dat geeft moed. Graanprijsniveau Bij het beraad vormt ook nog een punt van overweging de vraag of het Mansholtplan wat betreft het beoogde niveau van de graanprijs ongewijzigd moet worden doorgevoerd, dan wel of men daarvan af zal wijken. Voor Neder land is dit niveau van groot belang. Want uit berekeningen van het L.E.I. blijkt, dat de posi tie van onze akkerbouwbedrijven de gun stige oogst van 1964 buiten beschouwing ge laten nog verre van rooskleurig is. Bij het huidige prijspeil en kostenniveau komt de boer op een goed geleid kleiakkerbouwbedrijf, bij gemiddelde opbrengsten, nauwelijks aan een dat daaruit niet alleen de kosten voor levens onderhoud moeten worden gedekt, maar de boer ook zelf moet zorgdragen voor sociale voorzieningen, dan is het duidelijk dat een der gelijk bedrag onder de huidige omstandigheden zeer ontoereikend is. Te meer wanneer ook nog verdere kostenstijgingen moeten worden opge vangen en de pachtnormen inmiddels eveneens zijn verhoogd. Het is ook duidelijk dat deze financiële resultaten geen ruimte bieden voor het opvangen van risico's of het doen van in vesteringen voor modernisering en aanpassing van de bedrijfsvoering. Daarom zal het prijspeil van diverse produkten wel moeten worden ver hoogd. Voergranen Nu is er wanneer we rekening houden met hetgeen als gemeenschappelijk graanprijspeil in de E.E.G. wordt beoogd nog ruimte. Weliswaar zitten we bij de tarwe reeds aan het gemeenschappelijk plafond tenzij dit thans bij het beraad over de éénmaking alsnog wordt verhoogd maar bij de voergranen kunnen we nog enkele guldens omhoog. De moeilijkheid is evenwel dat het voergraan voor de bouwboer een inkomstenpost maar voor de veehouder een uitgavenlast vormt. Verbetering van de in komenspositie in de ene sector van de land bouw kan derhalve ten koste gaan van de andere sector, tenzij de kostenverzwaring ge heel kan worden afgewenteld op de uiteinde lijke consument. Gelukkig is in het E.E.G.-beleid overeengekomen dat de heffing bij import op voergranen geheel wordt gerestitueerd bij ex port naar derde landen. Feitelijk heeft het in Nederland aangehouden voergraanprijspeil dus geen invloed op onze exportpositie. De vee houderij, bierbrouwerij en andere verwerkende 365

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 7