4 2 - Gemiddelde bedrijfsresultaten van de kleine Zee-, Garnalen- en IJsselmeervisserij Tabel 3 Motorvermogen Kleine zeevisserij Garnalenvisserij IJsselmeervisserij in p k. 150—200 201—250 251—250 Breskens Harlingen Zoutkamp motorkuil hoekwant fuiken Brutobesomming 1961 106 122 75 35 32 36 41 21 1962 155 184 223 84 48 39 35 30 20 1963 126 128 157 84 49 38 32 28 23 Bruto-overschot 1961 20 18 21 12 7 6 7 4 1962 40 44 59 24 14 11 4 3 4 1963 23 19 28 23 13 8 3 2 5 Netto-overschot 1961 5 7 14 8 3 2 5 2 1962 25 20 26 17 9 7 1 1 2 1963 7 5 15 9 4 1 3 ..Deel" per visser 1961 9 9 10 5 6 6 7 5 1962 13 14 18 10 7 7 6 5 4 1963 11 10 12 10 6 6 5 5 5 tekort Het bruto-overschot is bestemd voor afschrijving, rente en winst. Het netto-overschot het bruto-overschot verminderd met afschrijving en rente. Het „deel" is het inkomen van een volwassen opvarende. van Termunterzijl in Groningen tot Breskens in Zeeuws-Vlaanderen. Deze kleinere kotters heb ben een geringere actieradius dan de kotters van de kleine zeevisserij. Iedere vissersplaats heeft zijn eigen visgrond, zodat de aanvoer zeer gedecentraliseerd plaatsvindt. De voornaamste aanvoerhavens zijn: Breskens, Colijnsplaat, Ouddorp, Den Oever, Harlingen, Zoutkamp en Termunterzijl. De garnalen worden aan boord gekookt en over de plaatselijke visafslag ver kocht. Bijna de gehele vangst is bestemd voor export naar België en Frankrijk. België vraagt voornamelijk gepelde garnalen, Frankrijk in hoofdzaak ongepelde garnalen. Het pellen van garnalen geschiedt in huis industrie. De vissers hopen er echter met hulp van T.N.O. in te slagen een garnalenpelmachine te verkrijgen. Daardoor zou de pelcapaciteit aanzienlijk worden vergroot, hetgeen vooral de afzetmogelijkheden in het binnenland ten goede zou komen. Evenals de kleine zeevisserij toont ook de garnalenvisserij een snelle ontwikkeling. Het aantal kotters nam toe van 180 in 1954 tot ruim 300 in 1963. Het gemiddeld motorvermogen steeg van 47 pk tot 98 pk. Voorts heeft de gunstige ontwikkeling van de kleine zeevisserij er toe ge leid dat verschillende garnalenvissers een grotere kotter met een hoger motorvermogen hebben aangeschaft om in de periode dat er minder garnalen zijn te vangen op tong te kun nen vissen. De investeringen in deze familie bedrijven bedragen 150.000 gulden tot 200.000 gulden en worden grotendeels met leningen ge financierd. Van de bedrijfsresultaten geeft het L.E.I.- 390

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 32