kleine bedrijven zijn verdwenen of zullen ver dwijnen. De zelfbedieningszaken beantwoorden beter aan de wensen van de consument, die een snelle bediening wenst, vooral op het ter rein van de levensmiddelen, waarvoor iedere dag opnieuw inkopen plaats moeten vinden. We zien dan ook een sterke toeneming van dit be- drijfstype in de laatste jaren. In 10 jaar is het aantal zelfbedieningszaken gestegen van 80 tot 3900. Bovendien verlangt de consument een groter assortiment dan bij het levensmiddelen pakket gerekend kan worden. Tengevolge hier van neemt het aantal supermarkten snel toe: in 1963 van 182 tot 352. Dit alles eist van de ondernemer een aanpassingsvermogen en een werkkapitaal, dat de financiële mogelijkheden van vele detailhandelaren te boven gaat. Opheffing De ondernemers, die deze concurrentiestrijd niet konden volhouden en hun zaken moesten sluiten, gingen veelal over in loondienst. Van de gevallen waarvan de redenen van opheffing bekend zijn, vormde dit in 1963 22 De voor naamste redenen van opheffing zijn ouderdom en overlijden (46 Aangezien ook deze be drijven te klein waren en niet gemoderniseerd, was er geen opvolger te vinden en was ophef fing onvermijdelijk, toen de ondernemer niet langer zijn functie kon of wilde uitoefenen. Ontvolking Ten slotte kan nog als nadelige factor ge noemd worden de teruggang van de bevolking in het gebied waar men werkzaam is. Sommige delen van het platteland, vooral in Zeeland en in het noordelijk deel van ons land, vertonen een voortdurende ontvolking, met als gevolg dat het aantal consumenten per middenstandsves tiging daalt. Uit een recent onderzoek in mid den-Friesland is komen vast te staan, dat de daar gevestigde middenstandszaken lang niet het Nederlandse consumentengemiddelde haal- Tot verdwijnen gedoemde groentezaak. Moderne Supermarkt. den. Het Nederlandse gemiddelde voor een kruideniersvestiging is 472 consumenten. In midden-Friesland waren er echter 282 consu menten op één kruideniersvestiging. Sanering Het bovengenoemde onderzoek heeft als haar conclusie gegeven, dat er van de 690 midden standszaken 115- of 17%-gesaneerd moeten wor den. Tot conclusies met eenzelfde strekking zou men komen, wanneer een onderzoek zou worden ingesteld in andere plattelandsstreken maar tevens in de centra van de grote steden. Uit deze laatste sector vertrekken ieder jaar vele mensen in het centrum van Den Haag daalt de bevolking jaarlijks met 2 naar de nieuwe buitenwijken of naar de forensenplaat sen. Het zijn vooral de midden- en kleinbedrijvc en met name de zaken in de levensmiddelen sector, welke van dit complex van factoren de nadelige gevolgen ondervinden. In de middenstand is een ontwikkeling gaande, die de aandacht trekt. Stellig ook van onze banken, want de middenstandsbedrijven zijn een integrerend bestanddeel van de plaat selijke gemeenschappen, voor het welzijn waar van de raiffeisenbanken/boerenleenbanken op komen. 385

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 27