Voor de periode van 16 november t/m 14 de
cember jl. was dat deposito op 233 miljoen
vastgesteld, voor de daaropvolgende periode
lopende tot 14 januari a.s. werd het licht terug
gebracht tot 220 miljoen. Die verlaging houdt
allerminst in, dat het volume van de krediet
verlening is verminderd, doch is veeleer het ge
volg van het feit dat van maand tot maand in
deze tijd van het jaar, mede wegens seizoen
factoren, een hogere marge wordt toegestaan.
Het is dan ook geen toeval dat de biljetten-
circulatie in de maand november een nieuwe
recordstand heeft bereikt van 6820 miljoen
tegen f 6541 miljoen op 26 oktober jl. en 6727
miljoen op 2 november. Op 2 december van het
vorige jaar was de omvang van de biljettenom-
loop slechts f 6086 miljoen, zodat over het ge
hele jaar gerekend de stijging rond f 650 mil
joen beloopt. Hierin weerspiegelt zich ongetwij
feld in aanzienlijke mate de stijging van lonen
en prijzen die in de loop van dit jaar heeft
plaats gehad.
Grote deviezenaanwas
Aan de banken werden in de afgelopen
maand maand extra eisen gesteld door de stor
ting, die op woensdag 4 november op de staats
lening groot 200 miljoen moest geschieden.
Uit de inkrimping van het aan schatkistpapier
uitstaande bedrag in de desbetreffende week
viel af te leiden, dat rond f 60 miljoen van die
storting in de vorm van schatkistpapier is ge
schied, zodat een kleine 140 miljoen in con
tanten moet zijn betaald.
Daarbij is dus dankbaar gebruik gemaakt van
de uit het buitenland gerepatrieerde saldi.
De sterlingcrisis viel echter in de tweede helft
van de maand, in welke periode grote bedragen
aan Ponden Sterling in dollars werden omgezet,
welke laatste vervolgens ten verkoop aan de
Nederlandsche Bank werden aangeboden. Dat
weerspiegelt zich enerzijds in het feit, dat het
gezamenlijke tegoed van de banken einde no
vember toch nog f 439 miljoen beliep en de
goud- en deviezenvoorraad van de Nederland
sche Bank toen tot een recordomvang van
380
f 7421 miljoen was gestegen. In november al
leen bedroeg de deviezenaanwas van de cen
trale bank een kleine 400 miljoen, terwijl de
toeneming vergeleken met einde 1963 niet min
der dan f 655 miljoen uitmaakt.
Ook al hebben de buitenlandse aankopen
van Nederlandse obligaties stellig tot die de
viezenaanwas bijgedragen, het leeuwedeel daar
van komt toch voor rekening van gerepatriëerde
gelden. Indien wij het bedrag dat met de buiten
landse aankopen van Nederlandse obiigaties tot
november is gemoeid geweest op 100 miljoen
ramen, geloven wij zeker reeds aan de hoge
kant te zijn. Dank zij het betrekkelijk grote te
goed waarover de banken einde november bij
de Nederlandsche Bank beschikten, mochten zij
verwachten aan de zware eisen, die de laatste
maand van het jaar aan de bankkassen zou stel
len, zonder al te veel moeilijkheden het hoofd te
kunnen bieden.
Nationale deviezenreserves verminderen
Het lijkt op zichzelf min of meer tegenstrijdig
dat in een perode waarin het grote tekort op
de betalingsbalans, dat voor het lopende jaar
zoals bekend op ongeveer 1% miljard is ge
raamd, de deviezenvoorraden van de centrale
bank zo sterk zijn toegenomen. Men dient echter
de totale monetaire reserves waarover ons land
beschikt in aanmerking te nemen, derhalve niet
alleen die van de Nederlandsche Bank, doch
tevens die van het particuliere bankwezen in de
vorm van buitenlandse tegoeden e.d. Hoewel
de desbetreffende statistiek een maand of twee
bij de effectieve ontwikkeling ten achter is, ver
schaft zij toch voldoende inzicht om zich een
goed beeld van de ontwikkeling te vormen.
Uit die statistiek blijkt dan dat die gezamen
lijke reserves einde december 1963 8566 mil
joen beliepen en einde september 1964 tot
f 7874 waren teruggelopen. Dat betekent der
halve een achteruitgang van welhaast f 700 mil
joen. Met inbegrip van de positie tegenover het
Internationale Monetaire Fonds is er in die pe
rode een daling van f 8925 tot f 8396 miljoen
ingetreden, of met rond 520 miljoen. Wanneer
men bovendien bedenkt dat het handelsverkeer