king tot juiste en volledige notulering, tot volledige alsmede juist ondertekende en in gevulde overeenkomsten, opdat een goed kredietdossier kan ontstaan, waarmede kan worden verder gewerkt. 2. Een materieel aspect, d.w.z. de handelingen en maatregelen, welke periodiek genomen moeten worden om de zekerheidstellingen te beoordelen op onderpandswaarde, verzekerde waarde, soliditeit van de borgen enz., als ook de beoordeling van de kredietnemer zelf. Gezien de plaatselijke bekendheid ligt hier een grote taak voor besturen en raden van toezicht van de lokale banken, welke bij de periodieke vergaderingen de nodige aandacht dient te krijgen. 3. Een administratief aspect, waarvan wij noe men de dagelijkse beoordeling bij het zich voordoen van banktransacties en de daaruit voortvloeiende stand der rekening. Dit in verband met de toelaatbare krediethoogte of het kredietplafond. Overschrijdingen kunnen dan in principe niet voorkomen. Verder vallen hieronder het tijdig aanschrij ven en verzenden van de nota's voor rente en aflossing (c.q. inperking) alsmede de be richtgeving van eventuele niet-nakoming daarvan aan het bestuur van de bank. Een goede interne organisatie is nodig opdat kassiers/directeuren en uitvoerend personeel deze taken naar behoren kunnen vervullen. 4. Een intern alsook een extern controle as pect. Onder het interncontrole aspect is te verstaan de beoordeling door de lokale bank van de gang van zaken bij de cliënt, b.v. de stand van de rekening per de maandultimo ten opzichte van het toelaatbare bedrag krachtens de overeenkomst(en), alsook het opvragen en bestuderen van balansen en accountantsrapporten,waarbij aandacht dient te worden besteed aan de liquiditeit, de sol vabiliteit en de rentabiliteit. Hierbij kan ver gelijking van de bedrijfsuitkomsten met die van soortgelijke bedrijven in eenzelfde be drijfstak nuttig zijn. Op dit terrein is veel en moeilijk werk te ver richten door de plaatselijke bestuurders van onze banken, die zich daarbij kunnen laten bij staan door deskundigen van de Centrale Bank. De afdeling Inspectie van de Centrale Bank krachtens de statuten belast met het toezicht op de juistheid van de administratie in de ruimste zin beoordeelt bij haar periodieke controles eveneens vele van de reeds genoemde aspecten. Dit kunnen wij de externe controle noemen. Bij de besprekingen na afloop van de inspecties met bestuur en raad van toezicht komen eventuele onvolkomenheden en moeilijke posten aan de orde. Naar aanleiding van deze bespreking volgt ook dikwijls het verzoek een deskundige van de Centrale Bank een onderzoek te doen instellen bij de cliënt. Gelukkig blijkt in vele gevallen de juiste oplossing te kunnen worden gevonden. Resumerend mogen wij dus stellen dat er voor onze beherende instanties, alsook voor de uit voerende organen bij onze lokale banken, een mooie maar zware taak ligt om die aandacht aan de nazorg te geven, welke nodig is om de bank voor verliezen te behoeden. Hierbij mag men echter niet schromen tijdig advies te vragen aan de Centrale Bank. RAIFFEISENBANK OOSTERWOLDE 50 JAAR De heer H. Vondeling, voorzitter bestuur van de jubilerende bank, in gesprek met jhr. mr. J. C. Greven, die de gelukwensen van de Cen trale Bank overbracht. 331

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 9