twijfel over laten bestaan, dat de regering niet zou schromen maatregelen te nemen om te voorkomen, dat de restrictieve monetaire poli tiek door de toevloeiing van buitenlands kapi taal, verband houdende met de aankopen voor buitenlandse rekening van Nederlandse obliga ties (zowel ter beurze als bij inschrijving) zou worden doorbroken. Daarbij raamde de minister de omvang van de kapitaaltoevloed naar ons land sedert begin augustus beneden de 100 miljoen. Ongetwijfeld is die buitenlandse kapi- taaltoevloeiing mede in aanmerking genomen bij het besluit tot uitgifte van de jongste staats lening. Royale leningsvoorwaarden Het heeft algemeen sterk de aandacht ge trokken, dat de leningsvoorwaarden van die lening bijzonder ruim werden gesteld ten op zichte van het koerspeil, dat gold, toen de emissie werd aangekondigd. Het rendement van dit nieuwe leningsobject kon immers op 5,40 worden berekend, waartegenover het rende ment van de eerste 5% Staatslening bij een beurskoers van 1023/16 ten tijde van de aan kondiging van de tweede lening op nauwelijks meer dan 5 uitkwam. Zou de minister de emissiekoers op pari hebben bepaald, dan zou volgens veler overtuiging het welslagen van de lening daardoor dan ook zeker niet in gevaar zijn gebracht. De verdere gang van zaken met de lening weet men. De belangstelling die bij de inschrij ving aan de dag trad, bleek dermate groot, dat voor het enorme bedrag van 170 miljard werd ingeschreven. Daar het leningsbedrag slechts f 200 miljoen beliep, kon slechts een uiterst minimale toewijzing van 0,118% op de inschrij vingen plaatsvinden. Dat hoge inschrijvingsbedrag vormt echter hoegenaamd geen afspiegeling van het werke lijke opnemingsvermogen van de kapitaalmarkt. Het enige wat men er uit kon afleiden was, dat de overtekening bij voorbaat vaststond en dat een ieder, op grond van de aantrekkelijke le ningsvoorwaarden, zo bang was te weinig toe gewezen te krijgen, dat algemeen voor een veelvoud van de werkelijk bestaande behoefte werd ingeschreven, leder inschrijfkantoor tracht daarbij het andere weer te overtroeven, om toch vooral niet te weinig toegewezen te krijgen. Ziedaar de verklaring voor het astro nomisch totaalbedrag, dat bij de inschrijvingen werd bereikt. Ter nadere verklaring van de gevolgde ge dragslijn heeft de minister van Financiën naar aanleiding van desbetreffende vragen in de Kamer nog verklaard, dat de kapitaalmarkt op het moment, dat tot de uitgifte werd besloten, nogal ondoorzichtig was. Het was toen b.v. moeilijk voor publiekrechtelijke lichamen le ningen tegen 5% te verkrijgen. Bij de inschrijving op de jongste staatslening heeft voorts, naar minister Witteveen verklaar de, een zekere vraag uit het buitenland onge twijfeld een rol gespeeld. Verder speelden bij deze lening een zekere rol de neiging van de spaarders om hun spaargelden om te zetten in obligaties. De omvang van deze neiging was eveneens tevoren moeilijk te taxeren. Bij het vaststellen van het leningsbedrag heeft de mi nister dan ook gemeend aan de veilige kant te moeten blijven. Achteraf erkende de minister, dat het leningsbedrag en de emissiekoers hoger gesteld hadden kunnen worden. Door het buitenland is op deze lening, naar ons is gebleken, voor enkele tientallen mil joenen ingeschreven. Teleurstellende koersbeweging Tot dusverre is echter, vooral in het licht van de animo, die voor de jongste staatslening aan de dag is getreden, de koersontwikkeling ter beurze eigenlijk ten zeerste tegengevallen. Op 30 oktober stond de koers op 99'/8 of slechts 5/8 boven emissieprijs, terwijl het rendement op basis hiervan uitkomt op 5,34 Tweëerlei factoren hebben echter aan een sterkere koersstijging in de weg gestaan. In de eerste plaats het feit, dat door de sterke ma jorering voortspruitende uit de vrees, dat men te weinig toegewezen zou krijgen, relatief veel materiaal in „verkeerde" handen is gekomen. Dat wil dus zeggen, dat z.g. premiejagers, wien het uitsluitend om de agiowinst te doen is, maar die verder geen interesse hebben om de obligaties werkelijk te behouden, alsook ver schillende effectenkantoren, die naar verhou- 340

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 18