dat globaal gezien zowel de provincie Overijssel
als de Gelderse Achterhoek omvatte.
De ervaring heeft geleerd, dat dit gebied te
omvangrijk is om aan alle daarbij ingedeelde
banken op de juiste wijze aandacht te kunnen
besteden. Daarom besloot het Bestuur het be
staande rayon per 1 september 1964 te splitsen.
Thans kennen wij het rayon Deventer (provin
cie Overijssel) en het rayon Zutphen (Gelderse
Achterhoek).
Deze herindeling is reeds aan alle betrokken
banken afzonderlijk medegedeeld.
NIEUWE RAYONINSPECTEURS
Als gevolg van de splitsing van het rayon
Deventer, dat onder leiding blijft staan van de
heer H. A. Groen, werd de heer A. B. A. Huls
tot rayoninspecteur benoemd en belast met de
leiding van het rayon Zutphen.
Met ingang van 1 oktober a.s. heeft de heer
A. P. J. ten Feld de afdeling Inspectie verlaten
teneinde een nieuwe opdracht te aanvaarden in
het kader van de kredietbewaking. Als rayon
inspecteur van het rayon Utrecht B is hij opge
volgd door de heer J K. Bal. De bij deze wisse
ling betrokken banken zijn reeds op de hoogte
gesteld.
Zowel de heer Huls als de heer Bal waren
reeds gedurende langere tijd als inspecteur van
de Centrale Bank werkzaam.
KREDIETVERZEKERING IN VOORBEREIDING
HET RAIFFEISENGARANTIEFONDS AFD C
De Algemene Vergadering van dit jaar heeft
een ingrijpende wijziging van het reglement van
de afdeling C van het Raiffeisengarantiefonds
goedgekeurd. Deze wijziging beoogt, zoals wij
in het aprilnummer van ons blad schreven, afde-
lingC uit te bouwen tot een kredietverzekerings
maatschappij, waarvan de aangesloten banken
zich voor verantwoorde financieringen, zowel
in de agrarische als in de niet-agrarische sector
kunnen bedienen.
Het is met dergelijke nieuwe plannen als met
een ijsberg. Slechts een klein stukje van de berg
is boven water zichtbaar, het grootste gedeelte
gaat onder de oppervlakte schuil. Zo ook met
de ontworpen kredietverzekering. De reglements
wijziging is in het openbaar aanvaard, maar van
de nadere uitwerking is tot nu toe buiten de
raadkamers van de Centrale Bank niets ge
bleken. Wij twijfelen er niet aan, of iedereen uit
onze organisatie zal daarvoor alle begrip
hebben.
De vragen, verbandhoudende met het ,,hoe"
van de kredietverzekering, hebben ondertussen
onze voortdurende aandacht gehad.
Zo moest vastgesteld worden welk percentage
van het verlies op een verzekerd krediet of voor
schot door het Raiffeisengarantiefonds gedekt
zal worden. Daar het in de meeste gevallen ge
wenst is, dat de verstrekkende bank ook zelf een
deel van het risico blijft dragen, zal het dek
kingspercentage over het algemeen op 662/3
gesteld worden. Het is goed op deze plaats op
te merken, dat de kredietverzekering dient ter
versterking van onvolwaardige zekerheid, maar
dat voorshands het normale verstrekkingsper
centage, hetwelk voor onvolwaardige zekerheden
geldt, niet zal kunnen worden verhoogd, oek al
wordt de onvolwaardige zekerheid door krediet
verzekering versterkt.
Daar de premie afgestemd zal worden op de
hoogte van het risico, is er een „tarief" opge
steld, dat als leidraad zal dienen bij het ver
zekeren van de uiteenlopende posten. De premie
van dit tarief varieert van tot 2 al naar
gelang de zwaarte van het risico.
Ook de verzekeringsduur moest worden be
keken, waarbij gedacht werd over het gratis
gedekt houden van het „na-risico", indien onder
bepaalde omstandigheden een verzekering be
ëindigd moet worden.
Zeer belangrijk en zeer tijdrovend zijn de
voorbereidingen van een goede administratieve
verwerking van de duizenden posten, die naar
verwachting verzekerd moeten worden. Het is
duidelijk, dat het zowel voor de banken als voor
het fonds zelf van groot belang is, dat de admi
nistratie met zo weinig mogelijk rompslomp ge
paard gaat. De mechanische hulpmiddelen staan
ons in dezen gelukkig ten dienste.
Wij hebben goed vertrouwen, dat voor alle
„nog onder water verborgen stukken van de ijs
berg" binnen afzienbare tijd een goede regeling
gevonden zal zijn. Zodra dat het geval is, zal de
hele materie van de kredietverzekering aan de
banken meegedeeld worden.
297