Wat ons bezig houdt
Ook heeft de vergadering zich bereid ver
klaard de onderontwikkelde gebieden bij te staan
bij het organiseren van een eigen landbouw
kredietapparaat.
KREDIET ONMISBAAR VOOR DE
ONTWIKKELING VAN DE LANDBOUW
Het is moeilijk om de vele woorden, die in
Scheveningen ter gelegenheid van de negende
algemene vergadering van de C.I.C.A. gesproken
zijn, onder één hoofd samen te vatten. De onder
werpen bestreken een breed terrein. Wij mogen
daarvoor wijzen op het programma, dat in het
augustusnummervan deRaiffeisen-Bode is opge
nomen. Niettemin kwam bij vrijwel alle sprekers
naar voren, dat een goed georganiseerd land
bouwkredietwezen onontbeerlijk is voor een
goede begeleiding van de agrarische bedrijven
in deze tijd van ontwikkeling en aanpassing. In
de resolutie, welke de vergadering in haar slot
zitting aannam, wordt dan ook gesproken van de
beslissende rol die het landbouwkrediet in alle
landen heeft bij de financiering en ontwikkeling
van de landbouw. De volledige tekst van de
resolutie is elders in dit blad afgedrukt.
Uit het eerste deel van de resolutie proeft men
duidelijk, waar het in de landbouw op financie-
ringsgebied thans wringt. Er wordt gewaar
schuwd tegen een te zware drukvan financierings-
vorplichtingen op de bedrijven. De verhouding
tussen eigen en vreemd vermogen wordt er in de
laatste jaren niet gunstiger op. De aandacht
wordt dan ook gevraagd voor het bewaren van
een gezonde bedrijfsfinanciering, iets waaraan
de banken kunnen meewerken door zich bij de
kredietbeoordeling rekenschap te geven van de
„draagcapaciteit" van de bedrijven en van de
aanwezigheid van een voldoende stootkussen in
de vorm van eigen vermogen. Wij denken in dit
verband aan het goede werk, dat de krediet
adviseurs in onze organisatie verrichten.
Belangrijk achten wij ook de uitspraak, dat de
landbouwkredietbanken de boeren terzijde kun
nen staan bij het bewaren van hun financiële
onafhankelijkheid ten opzichte van afnemers en
leveranciers. Deze onafhankelijkheid vindt in het
proces van concentratie op het gebied van de
handel een proces dat in verschillende lan
den werkzaam is een bedreiging.
Voor het scheppen van stabiele marktverhou
dingen acht de C.I.C.A. een taak weggelegd voor
de overheid. Door middel van de coöperaties
kunnen de agrarische ondernemers zich ver
trouwd maken met alle aspecten van de markt.
De coöperaties kunnen daardoor richting geven
aan de ontwikkeling van het landbouwbedrijf.
Bijzonder belang stelt de C.I.C.A. in de ont
wikkeling in Groot-Brittannië, waar, door de af
wezigheid van een op de landbouw afgestemd
kredietapparaat, de financieringsproblemen van
de agrarische bedrijven groot zijn.
Uit de veelheid van gewichtige conclusies zijn
hier slechts enkele vermeld. De negende alge
mene vergadering zal ongetwijfeld nog een lange
nawerking hebben voor de verschillende land
bouwkredietorganisaties.
MILJOENENNOTA
Uit de jongste begroting blijkt een voortgezet
streven naar herstel van het verstoord even
wicht. Extern vertoont zowel de handels- als de
betalingsbalans een duidelijk tekort, intern zijn
het vooral de spanningen op de arbeidsmarkt en
de opwaartse druk op de prijzen, die een be
dreiging vormen voor een evenwichtige groei.
Prijsstijging zowel als een betalingsbalans
tekort remmen de overbesteding langs mone
taire weg af. Er treden dus min of meer
automatische evenwichtherstellende krachten in
werking door het wegvloeien van liquiditeiten
naar het buitenland. De overheid heeft echter
niet alleen op dit klassieke correctief vertrouwd,
maar heeft daarnaast een aantal gerichte maat
regelen getroffen. Hiertoe behoren o.a. beper
king van det kredietverlening, temporisering van
de overheidsinvesteringen, het vaststellen van
een leningplafond voor lagere publiekrechtelijke
lichamen, beperking van fiscale investerings
faciliteiten, verhoging van omzetbelasting en
prijsbeheersing. Bovendien werkt de progressie
in de tarieven van de inkomstenbelasting sterk
remmend op de toeneming van de bestedingen.
Met deze politiek van beperking van bestedin
gen en het krap houden van de financiële jas
zijn we nu al een aantal maanden vertrouwd ge
raakt. Ook onze organisatie ontkwam niet aan
het indammen van de brede stroom van krediet
en voorschotverstrekkingen. Maar hoe staat het
295