Ten Cate (Ruurlo), Snater (Hillegom), Van Dalf- sen (Genemuiden), Jansen (Leiden), Van der Pol (Veen), Montagne (Aalsmeer), Van Swieten (Vinkeveen) en Van der Heide (Vries). Wij willen hier een aantal punten, die bij het debat naar voren werden gebracht, ver melden. Een eerste vraag was, of het aanbeveling zou verdienen dat de directeur/kassier van de bank gemachtigd wordt bepaalde voorschotten en kredieten (b.v. voorschotten onder hypothecaire zekerheid) te verstrekken zonder daartoe vooraf de goedkeuring van bestuur en/of raad van toe zicht te behoeven. De heer Bilker was van mening, dat hieraan op den duur niet te ont komen zou zijn. De meningen van de kassiers, die over dit onderwerp het woord hebben ge voerd, liepen echter uiteen. Ook voor de direc teur/kassier is het beter wanneer hij zijn beslis sing omtrent het verlenen van kredieten en voorschotten kan toetsen aan de mening van anderen, zo werd door sommigen betoogd. De toepassing van de coöperatieve beginselen door de directeur/kassier bleek de meeste stof voor het debat op te leveren. Hoewel de boeren leenbanken ontstaan zijn uit de behoefte aan krediet bij de boerenbevolking, hebben zij zich, de een meer, de ander minder, mede toegelegd op de kredietverlening in de niet-agrarische sector, voor zover zulks voor de eigen omgeving van de bank van belang is. Tegenwoordig zijn er banken, die in een zuiver stedelijke omgeving gevestigd zijn; een gevolg van de urbanisatie van ons land. De werkgebieden van andere ban ken dragen een zuiver agrarisch karakter, terwijl er een belangrijke middengroep is; naast de agrarische kredietverlening wordt door deze banken ook veelal de kleine middenstander van krediet voorzien. Moeten wij nu onder alle om standigheden zeggen, dat de kredietvoorziening van het niet-agrarische deel van de leden van de bank achter moet staan bij de kredietverlening aan de agrarische sector? Of zijn wij in staat de kredietverlening aan de niet-agrarische leden mede ter hand te nemen, zonder onze traditio nele taak met betrekking tot de kredietverlening in de agrarische sector te verwaarlozen? Het waren onderwerpen, dio in het debat slechts ter zijde konden worden aangeroerd en die toch voor vele directeuren/kassiers en ook voor hun bestuursleden van groot belang zijn. Ongetwij feld zullen wij ons op deze vraagstukken in de nabije toekomst opnieuw moeten bezinnen. De goede opkomst op de algemene jaarver gadering en de belangwekkende onderwerpen, die aldaar behandeld plegen te worden, bewijst dat deze vereniging in onze organistie een eigen olaats heeft weten te vinden en voor vele directeuren/kassiers een hulp en steun betekent bij het verrichten van hun werk. Eerste prijs Tijdens het school- en volksfeest te Blaricum (Gld.) werd een optocht gehouden, waaraan ook de Coöp. Boerenleenbank „Boschheurne" deel nam. Het dochtertje van de kassier had met zes andere kinderen op de wagen plaatsgenomen. De kinderen waren allen gekleed in de kleuren wit en oranje. De geldstukken waren met linten verbonden met de spaarbus waarop te lezen stond: ,,Maak van sparen een sport". Een leuk gezicht. De jury bekroonde de wagen met de eerste prijs. 320

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 30