Sparend Nederland Kanttekeningen bij de cijfers Bedragen x f 1 miljoen Mutaties juli Mutaties augustus Mutaties jan./aug. Saldo tegoed Tegoed in van het totaal Inlagen Terug betalingen Spaar- verschil Inlagen Terug betalingen Spaar- verschil Inlagen Terug betalingen Spaar- verschil 1/1 31/8 1/1 31/8 1364 Bib. Utree!,t Bib. Eindh. R P.S. Alg. Spaarb. 199.4 150,3 49,1 144.5 109,2 35,3 120,5 105,9 14,6 250,0 231,0 19,0 167,9 130,5 37,4 119,2 91,0 28,2 105,1 86,2 18,9 225,5 184,9 40,6 1385,4 1184,6 200,8 1037,4 851,9 185,5 863,6 728,9 134,7 1983,9 1712,4 271,5 3835.3 4036,1 2431.4 2616,9 3568,1 3702,8 4103,0 4374,5 27,5 27,4 17.5 17,8 25.6 25,1 29,4 29,7 714,4 596,4 118,0 617,7 492,6 125,1 5270,3 4477,8 792,5 13937,8 14730,3 100,0 100,0 1963 Bib. Utrecht Bib. Eindh. RPS. Alg. Spaarb. 159,2 117,3 41,9 122,0 87,0 35,0 114,9 93,5 21,4 214,4 186,4 28,0 145,5 103,6 41,9 109,3 74,1 35,2 101,3 77,1 24,2 201,2 157,4 43,8 1161,5 893,2 268,3 843,9 633,1 210,8 809,1 599,8 209,3 1601,8 1275,5 326,3 3333,0 3601,3 2072,5 2283,3 3230,2 3439,5 3637,9 3964,2 27.2 27,1 16,9 17,2 26.3 25,9 29,6 29,8 610,5 484,2 126,3 557,3 412,2 145,1 4416,3 3401,6 +1014,7 12273,6 13288,3 100,0 100,0 In de tweede helft van het jaar nemen de liquide middelen als regel maandelijks toe. Ook in augustus kwam evenals in juli een stijging voor van de liquide middelen. Anders dan in voorgaande jaren moet deze ontwikkeling worden toegeschreven aan de be perking in de voorschotverlening. Deze leidde ertoe dat in augustus de post voorschotten toe nam met f 20 miljoen, terwijl deze toeneming in de eerste zeven maanden van 1964 ruim 300 miljoen was, dus gemiddeld ongeveer 43 miljoen per maand. De creditgelden ver toonden een vermeerdering met ruim 40 mil joen, hetgeen voor augustus als normaal is te beschouwen. De post effecten nam af met f 5,0 miljoen, als gevolg van uitlotingen doch ook door verkopen van effecten. De groei van de spaargelden bij de traditio nele spaarinstellingen was lager dan in augus tus 1963. Bij de aangesloten banken mag, mede gezien het hoge spaaroverschot in juli, het re sultaat in augustus niet onbevredigend geacht worden. Het aandeel van de aangesloten ban ken in het totaal van de spaargelden bij de tra ditionele spaarinstellingen nam toe van 27,1 per eind augustus 1963 tot 27,4% per ultimo augustus 1964. Per 7 oktober was er reeds een spaarover schot over de maand september bekend van circa 32 miljoen, tegenover een spaaroverschot in september 1963 bij de aangesloten banken van f 29,9 miljoen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 23