De assurantiebemiddeling ter tafel
Als men nu weet, dat aan iedere discussie
groep 10, 15, soms meer dan 20 personen deel
nemen en dat de discussiegroepen over het
gehele land verspreid samengekomen zijn, dan
wordt het duidelijk, dat het niet altijd eenvoudig
is de grootste gemene deler van alle verslagen
vast te stellen. Niet alleen is de vorm van het
verslag van de ene discussiegroep vaak heel
anders dan die van het verslag van de andere
groep, maar ook lopen de meningen binnen de
discussiegroepen zelf nogal eens uiteen.
overgaat. Slechts in een enkele groep waren de
Het tweede onderwerp, waarmede de discussie
groepen van directeuren/kassier zich bezig
hebben gehouden, betrof de assurantiebemidde
ling. Aan de Centrale Bank waren ten tijde van
het schrijven van dit artikel door 28 van de 33
discussiegroepen verslagen van de gehouden
discussies toegezonden.
Een boeiende bezigheid is het lezen van al
die verslagen overigens wel. De opzet van de
discussiegroepen is geweest het gesprek tussen
directeuren/kassiers over belangrijke onder
werpen op gang te brengen en dit is kennelijk
gelukt. Jammer is, dat de opkomst hier en daar
iets tegenviel. Ongeveer 65 van de in aan
merking komende functionarissen heeft de bij
eenkomsten bezocht. Wij vermoeden, dat
hieraan niet zo zeer het onderwerp als wel de
mooie zomer en de vakantietijd debet waren.
In dit artikel willen wij een indruk geven van
hetgeen in de discussies over de assurantiebe
middeling naar voren is gekomen. Wij zullen
trachten dit zo objectief mogelijk te doen, al
weten wij van te voren, dat wij hier onmogelijk
aan alle nuances recht kunnen laten wedervaren.
En, daar de discussie in eerste instantie tussen
de directeuren/kassiers plaatsvindt, willen wij
onze eigen mening, voor zover die al mocht af
wijken van de discussiegroepen, voorshands op
de achtergrond houden. Ook diverse gedane
suggesties willen wij onbesproken laten.
Wel of geen assurantiebemiddeling?
De assurantiebemiddeling is een groeiende,
maar toch nog heel jonge activiteit van onze
banken. Het was daarom in zekere zin een waag
stuk om dit onderwerp tot discussie te stellen.
Gezien de inhoud van de verslagen, geloven wij
echter, dat het een juiste beslissing geweest is
deze materie op de agenda te plaatsen.
De grote meerderheid van de discussiërende
directeuren/kassiers sprak er zich zeer positief
voor uit, dat de bank tot assurantiebemiddeling
meningen op dit punt verdeeld. Wel werd soms
naar voren gebracht, dat met de plaatselijke
omstandigheden rekening gehouden moet wor
den. Ook kwam accentverschillen voor tussen
stedelijke banken en dorpsbanken. In twee groe
pen moest men zelf een grote onbekendheid met
het onderwerp constateren, terwijl er één groep
was, die assurantiebemiddeling door de bank
alleen dan gewenst achtte, indien de directeur/
kassier niet reeds in privé een portefeuille heeft.
In tegenstelling met dit laatste spraken ver
schillende andere discussiegroepen zich uit
drukkelijk tegen de privé-assurantiebemiddeling
van de kassiers uit.
De argumenten van de incidentele tegenstan
ders van een assurantiebemiddeling kunnen
moeilijk onder één noemer worden gebracht. Om
een indruk te geven noemen wij er enkele: eigen
cliënten (soms bestuursleden) doen aan assu
rantiebemiddeling, er zijn voldoende plaatselijke
agenten of plaatselijke onderlingen, de kosten
zijn voor de bank te hoog, het is voor éénmans
banken bezwaarlijk, moeilijkheid bij opvolging,
de kassier moet 's avonds werken enz.
Waarom en hoe?
Met de motieven, die voor assurantiebemidde
ling pleiten, hadden de discussiegroepen geen
moeite. Vrijwel alle directeuren/kassiers zien de
service aan de cliënten als het belangrijkste
motief. Ook concurrentie-overwegingen spelen
een rol, vooral bij de stedelijke- en semi-stede-
lijke banken. De provisie-opbrengst wordt aan
trekkelijk, maar door de meeste groepen van
secundair belang geacht.
De vraag, of een bank ook tot assurantiebe
middeling moet overgaan indien de kosten de
baten zouden overtreffen, achtte men veelal van
269