Kroniek van land- en tuinbouw Nederland houdt voet bij stuk inzake de spoedige invoering van een E.E.G.-zuivelreglement; sterke prijsinzinking van varkensvlees moet worden voorkomen; inkrimping pluimveestapel saneert de eiermarkt; interventie voor tuinbouwprodukten; E.E.G.-gebouw bijna opgetrokken. De ontwikkeling van een gemeenschappelijk landbouwbeleid in de E.E.G. gaat bepaald niet van een leiendakje. Weliswaar wordt voor een aantal belangrijke produkten reeds een ge meenschappelijk instrumentarium gehanteerd, doch een afbraak van onderlinge handelsbe lemmeringen is zonder meer niet voldoende. Veel belangrijker nog zou zijn indien ten aan zien van een gemeenschappelijk prijsbeleid eindelijk eens positieve resultaten zouden wor den geboekt. Daarvan is echter nog geen sprake. De voorstellen van de bouwmeester van de gemeenschappelijke landbouwmarkt, de heer Mansholt, op het gebied van het prijsbeleid voor granen, zijn nog steeds gestrand op onwil en eigenbelang. Vooral West-Duitsland met zijn hoge graanprijzen blijft sterke tegenstand bieden. Thans wordt de wil om gezamenlijk verant woordelijkheid te dragen, om het agrarisch na tionalisme terzijde te schuiven, opnieuw be proefd. In de achterliggende maand is weer eens gebleken dat bij het E.E.G.-beraad elk idealisme zoek is en in feite slechts sprake is van keihard onderhandelen, onverschillig welk belang in het geding is. In de laatste marathonzitting van de Raad van Ministers ging het deze keer vooral om de invoering van een zuivelverordening. Was reeds twee-en-een-half jaar geleden in de eerste, wel haast befaamde, marathon afgesproken, dat zo spoedig mogelijk men dacht aan drie maan den een marktorganisatie voor zuivel zou worden ontwikkeld, thans moest minister Bies heuvel bijna een hele maand verbeten vechten om te voorkomen dat het zuivelontwerp op nieuw onder tafel zou raken. De Europese Com missie was nl., na uitstel op uitstel vanaf april 1962, nog steeds niet klaar met de nodige be rekeningen om de verordening per 1 juli, zoals afgesproken, te kunnen doen ingaan. Blijkbaar beschikt men over onvoldoende deskundige ambtenaren, of is deze materie een complexe aangelegenheid waar men maar moeilijk uit komt. Belang zuivelreglement Wel was men klaar met de minder ingewik kelde verordeningen voor rundvlees en rijst. Het gevaar dreigde nu, dat deze regelingen wel zouden worden ingevoerd en de zuivel weer op de lange baan geschoven werd. De zo in rijst geïnteresseerde Italianen zouden, met de rijst- regeling in hun zak, wel eens geen belangstel ling kunnen hebben voor de invoering van de zuivelverordening, die hen, en de andere part- nerlanden, de rekening zou presenteren van de kosten van het zuivelbeleid. Nederland daaren tegen zou nu eens het voordeel hebben van een regeling van de zuivelafzet. Immers, in het nationale bestel zijn met de zuivelregelingen vele miljoenen gemoeid, die door de Neder landse belastingbetaler moeten worden opge bracht. In een Brusselse regeling zou de ver antwoordelijkheid en ook de financiering van dit beleid een gemeenschappelijke zaak worden en zou Nederland zijn kosten bij de gezamen lijke pot kunnen declareren. Hoewel bij de besprekingen de spanning hoog opliep, heeft de Nederlandse regering voet bij stuk gehouden. Minister Biesheuvel heeft de behandeling van alle nieuwe zaken, die in het kader van het E.E.G.-beleid nog aan de orde moeten komen, geblokkeerd zolang over de invoering van de zuivelverordening nog geen beslissing is gevallen. De E.E.G. kan dus niet verder. Inmiddels lijkt het er op dat er enige tekening in deze ingewikkelde zaak be gint te komen en het zuivelregiem per 1 no vember van kracht kan worden. 234

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 8