cierde warenhuis afgebroken zou moeten wor den en het ligt voor de hand, dat een afge broken warenhuis een geringere waarde bezit dan een gebouwd warenhuis. De bedoelde banken gaan uit van de gedachte, dat het pachtbedrijf in een tuinbouwgebied, wat de financiële regelingen betreft, niet een aanmer kelijke achterstelling mag ondervinden ten op zichte van het eigenaarsbedrijf. Aan de andere kant moet men bedenken, dat door de eigenaar bij het verkrijgen van geldleningen onder hypo thecaire zekerheid een bedrag moet worden betaald terzake van hypotheekkosten. Het pachtbedrijf, dat gebruik kan maken van de zoeven uiteengezette regeling, betaalt deze geldsom niet, terwijl toch de aangeboden zeker heidsconstructie veel minder solide is dan bij eigenaarsbedrijven het geval is. Daarom han teren sommige banken de regel, dat door de pachter bij het verkrijgen van een financiering op door hem op gepachte grond geplaatste op stallen als afsluitprovisie een bedrag moet worden gestort, dat gelijk is aan het bedrag dat hij verschuldigd zou zijn geweest wanneer hij het ter leen opgenomen bedrag onder hypothe caire zekerheid zou hebben gewaarborgd. Het aldus door de bank in rekening gebrachte be drag wordt door de bank in een speciaal re servefonds gestort, dat dient om eventuele stroppen bij de uitwinning van glasopstanden op gepachte grond op te vangen. Opstalrecht Soms wordt ten behoeve van de pachter, die opstallen wenst te plaatsen op gepachte grond, een recht van opstal gevestigd. Het recht van opstal brengt met zich de eigendom van de door de pachter gestichte gebouwen. Dit recht van opstal kan hypothecair ten behoeve van de bank verbonden worden. De positie van de bank is bij vestiging van een recht van opstal beter dan wanneer enkel cessie van afbraak rechten tot stand komt. Wanneer namelijk door de eigenaar/verpachter na de financiering op de gepachte grond een hypotheekrecht ten behoeve van een derde wordt gevestigd, dan tast zulk een hypotheekrecht de bevoegdheden van de pachter alsmede van de bank niet aan, wanneer ten behoeve van de pachter een op stalrecht is gevestigd. Indien de zekerheid van de bank slechts is gelegen in een cessie van de afbraakrechten, kan de bank de bevoegd heden, welke zij aan de verklaring ontleent, niet uitoefenen ten opzichte van hypotheekhouders op de grond. Bij uitwinning van het opstalrecht kan de bank echter alleen gebruik maken van de be voegdheid afbraak van de kas of het waren huis tot stand te brengen. Borgstellingsfonds Boven schreven wij, dat kassen en waren huizen op gepachte grond door de bank alleen gefinancierd kunnen worden wanneer deze af gebroken en zonder aanmerkelijk waardeverlies elders weer opgebouwd kunnen worden. Steeds meer worden in de tuinbouw constructies voor warenhuizen en kassen toegepast, waarbij de afbraak niet zo gemakkelijk zal kunnen plaats vinden. Ook zijn met de bouw van kassen en warenhuizen steeds grotere bedragen gemoeid en vele boerenleenbankbesturen zullen er tegen op zien in zulke gevallen gelden ter leen te ver strekken op de grondslag van een zwakke ze kerheidsconstructie. De Centrale Bank, heeft in de afgelopen maanden overleg gevoerd met het Borgstel lingsfonds voor de Landbouw over de inscha keling van dit fonds bij diverse land- of tuin- bouwfinancieringen van de boerenleenbanken. Daarbij is ook de kwestie van de bouw van op stallen op gepachte grond aan de orde ge komen. Het Borgstellingsfonds voor de Land bouw blijkt in principe bereid te zijn in zulke gevallen garanties te verlenen. Wanneer zulke garanties worden verleend, kunnen de bijzondere voorwaarden waarvan zoëven sprake was (zoals bijvoorbeeld reservering van een bepaald bedrag ter zake van de verstrekking, gelijk aan de hypotheekkosten) door de bank achterwege gelaten worden. Voor de tuinder zijn derhalve aan de inschakeling van het Borg stellingsfonds voor de Landbouw diverse voor delen verbonden. 250

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 24