ten ten behoeve van de pachters te vestigen. Ook in dergelijke gevallen wordt veelal de financiering door boerenleenbanken ter hand genomen, doch daarbij moet men wel bij zonder voorzichtig en deskundig zijn. Men kan namelijk onder deze omstandigheden alleen dan kassen en warenhuizen financieren, wan neer deze afgebroken en zonder aanmerkelijk waardeverlies elders weer opgebouwd kunnen worden. Is dat het geval, dan kan door de ver pachter en de pachter een z.g. aanvullende ver klaring op de pachtovereenkomst opgemaakt worden, waarin aan de pachter de bevoegdheid wordt gegeven de kas of het warenhuis, dat door hem met eigen middelen is gebouwd, te allen tijde af te breken en zich de afkomende materialen toe te eigenen. Door de pachter wordt vervolgens bij een afzonderlijke cessie akte de bevoegdheid, die hij aan het afbraak- recht ontleent, aan de bank overgedragen tot meerdere zekerheid voor de geldlening of het krediet in lopende rekening, dat hem door de bank is verstrekt. Bij de invulling van de akten, die worden op gemaakt voor het verbinden van opstallen op gepachte grond, moet men ook een nauwkeu rige omschrijving opnemen van de kas of het warenhuis, waarop de akte betrekking heeft. Denkbaar is immers, dat de tuinder reeds kas sen heeft gebouwd of nog in de toekomst kas sen zal bouwen en het mag niet zo zijn dat de bank straks moeite zal hebben om aan te tonen, welke van deze kassen ten behoeve van de bank verbonden zijn. In het algemeen dient, als geen garantie van het Borgstellingsfonds wordt gesteld (waaromtrent hieronder nader), bij nieuwbouw van glasopstanden op gepachte grond met de financiering niet verder te worden gegaan dan tot 37'/2 van de stichtingskosten. Bij be staande glasopstanden mag niet meer worden verstrekt dan 50% van de getaxeerde waarde van de opstallen. Deze regels moeten in acht genomen worden bij verstrekking van de gelden aan pachtbedrijven. Bij eigenaarsbedrijven kun nen hogere normen worden toegepast (50 van de stichtingskosten; 66 van de ge taxeerde waarde van bestaande panden). Onderling Raiffeisengarantiefonds Het Onderling Raiffeisengarantiefonds kan ook nog een speciale taak op zich nemen bij het verschaffen van kredietverzekeringen ten behoeve van de financiering van glasopstanden op gepachte grond. Daarbij is de regel als uit gangspunt gekozen, dat een bedrag van 25 van de stichtingskosten van glasopstanden en de daarbij behorende installaties in het alge meen als een verantwoorde residuwaarde kan worden beschouwd. Wanneer derhalve 371/2 van de stichtingskosten ter leen wordt ver strekt, loopt de bank voor het daartussen lig gende bedrag (121/2 van de stichtingskosten) risico. Zodra een derde gedeelte van de lening is afgelost, is echter het belangrijkste risico element voor de bank verdwenen. Het gedeelte van de lening, dat 25 van de stichtingskosten te boven gaat (maximaal een derde gedeelte van de geldlening) kan men dus als risicodra gend aanmerken. Voor de dekking van dit risico kan het On derling Raiffeisengarantiefonds, afd. C, worden ingeschakeld. Een verwaarborging door het Onderling Raiffeisengarantiefonds, afd. C, zal betrekking hebben op dat gedeelte van de voorschotten, dat 25 van de stichtingskosten te boven gaat, met dien verstande dat het ver- waarborgde bedrag niet meer zal zijn dan 121/2 van de stichtingskosten. Jaarlijkse af lossingen zullen in de eerste plaats in minde ring komen op het verwaarborgde gedeelte. Bij bedrijven met bestaande glasopstanden kan een soortgelijke regeling worden getroffen; ook daar zal een derde gedeelte van de ter leen verstrekte gelden (de top) als risicodragend worden aangemerkt. Voor het risicodragende gedeelte kan een garantie van het Onderling Raiffeisengarantiefonds worden gevraagd. Behalve de zoëven uiteengezette regeling hebben enige banken nog een aanvullende maatregel getroffen om zich tegen de onzeker heden, verbonden aan het gebruik van de ze kerheidsconstructie, te beveiligen. Deze onze kerheden zijn voornamelijk gelegen in de om standigheid, dat bij een eventuele uitwinning van het onderpand door de bank het gefinan- 249

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 23