Sparend Nederland I Kanttekeningen bij de cijfers Bedragen x f 1 miljoen Mutaties mei Mutaties juni Mutaties jan./juni Saldo tegoed Tegoed in van het totaal Inlagen Terug betalingen Spaar- verschil Inlagen Terug betalingen Spaar- verschil Inlagen Terug betalingen Spaar- verschil 1/1 30/6 1/1 30/6 1964 Bib. Utrecht Bib. Elndh. RPS. Alg. Spaarb. 183,9 146,7 37,2 125,4 102,7 22,7 116,1 88,4 27,7 274,3 214,9 59,4 174,6 151,4 23,2 128,3 105,8 22,5 111,9 96,2 15,7 243,6 222,1 4- 21,5 1018,1 903,7 114,4 773,7 651,7 122,0 635,7 538,0 97,7 1508,4 1296,5 211,9 3835,2 3949,6 2431,4 2553,4 3568,1 3665,8 4114,6 4326,5 27.5 27,2 17.4 17,6 25.6 25,3 29.5 29,9 699,7 552,7 147,0 658,4 575,5 82,9 3935,9 3389,9 546,0 13949,3 14495,3 100,0 100,0 1963 Bib. Utrecht Bib. Eindh. R.P.S. Alg. Spaarb. 174,2 135,3 38,9 113,5 91,1 22,4 117,9 87,4 30,5 238,7 181,3 57,4 130,5 104,7 25,8 95,5 73,3 22,2 88,2 72,5 15,7 174,4 155,1 19,3 856.8 672,3 184,5 612,6 472,0 140,6 592.9 429,2 163,7 1186,2 931,7 254,5 3333,0 3517,5 2072,5 2213,1 3230,2 3393,9 3637,9 3892,4 27.2 27,0 16,9 17,0 26.3 26,1 29,6 29,9 644,3 495,1 149,2 488,6 405,6 83,0 3248,5 2505,2 743,3 12273,6 13016,9 100,0 100,0 Per ultimo juni is in de liquide middelen van de aangesloten banken nagenoeg geen wijzi ging opgetreden ten opzichte van de stand per 31 mei. Dit betekent dat in juni de stijging van de uitzettingen kon worden gefinancierd uit de toeneming van de toevertrouwde midden. Hiertoe werkte mee dat in de zomermaanden de voorschotverlening geringer is dan in de overige maanden van het jaar, terwijl bovendien in juni de halfjaarlijkse aflossingen tot gevolg hebben dat het uit deze hoofde ontvangen be drag aanmerkelijk hoger is dan in de andere maanden, afgezien van december. Nu de cijfers over het eerste halfjaar 1964 bekend zijn kan worden vastgesteld dat in deze periode de toevertrouwde middelen ste gen met 107 miljoen, terwijl de uitzettingen een groei vertoonden van 279 miljoen. De toeneming van de spaargelden bij ieder der traditionele spaarinstellingen lag ongeveer op hetzelfde niveau als in juni 1963. Blijkens de voorlopige cijfers over juli was het spaaroverschot bij de aangesloten banken 48,9 miljoen, waarmee voor het eerst in 1964 het spaaroverschot hoger is dat in dezelfde maand van 1963. Bij de bij Eindhoven aangesloten banken be droeg het spaaroverschot f 35,9 miljoen en bij de Rijkspostspaarbank 14,6 miljoen. 245

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 19