Maandelijkse koerstabel Effectief rendement obligaties Allereerst komt uit deze cijfers de moeilijke positie van de schatkist naar voren. Tegen het einde van de maand juli was er niets in kas en moest toevlucht worden genomen tot het op nemen van een renteloos voorschot bij de Nederlandsche Bank (waartoe deze bank is verplicht tot een maximum van 150 miljoen), een zuiver inflatoire maatregel dus, die echter geen zorg baart, omdat het bedrag beperkt is en de looptijd van het voorschot vermoedelijk van korte duur. De moeilijke positie van de schatkist is voornamelijk ontstaan doordat op 27 juli de driemaandelijkse betaling aan de ge meenten (met ingang van 1965 gaat men tot maandelijkse betalingen over) ad circa 475 miljoen verviel en doordat op 1 augustus moest worden voorzien in een bedrag van ca. f 100 miljoen voor rente en aflossing van staats schuld. De storting op de staatslening op 3 augustus kwam hiervoor te laat en was boven dien te klein om in de onmiddellijke geldbehoef ten te voorzien. Plaatsing van schatkistpapier was onmogelijk, gezien de positie van de banken. De totale omvang van schatkistpapier is in juli zelfs nog gedaald, nl. met 40 miljoen. De moeilijke positie van de banken blijkt ook uit bovenstaande cijfers. Gedurende de gehele maand juli moest door het opnemen van dure voorschotten bij de Nederlandsche Bank soe laas worden gezocht, tijdelijk zelfs voor het hoge bedrag van 135,7 miljoen. Door de be talingen van het Rijk aan de gemeenten is tegen (vervolg blz. 246) 28 febr. 31 maart 29 april 29 mei 30 juni 31 juli 5 Nederland 1964 99% 95% 4% Nederland 1958 98 97 97 96% 95% 93 4% Nederland 1960 1 97 "/u 96% 97 96H/, 4 95%i 92% 4% Nederland 1959 951/4 94% 95 95% 92% 90% 4% Nederland 1961 94% 93% 93% 937/i« 92% 89% 3% Nederland 1953 901/a 89% 89% 88% 86% 84% 3'/2 Nederland 1956 89% 89% 89% 88% 86% 85% 3% Nederland 1954 86% 85% 85% 84% 82% 80% VU Nederland 1955 1 86% 85% 85 84V,6 82% 80 3'/2 Ned. 1947 Staffel 86% 86 861% 85'/, 83% 80% 3% Grootboek 1946 87% 87% 87% 87 85 841%, 3% Investeringscert. 9711/m 97 973/,s 96i%4 95% 95% 2 Vb Grootboekobllg. 54% 54 53% 52% 52% 51'/, 6 28 febr. 31 maart 29 april 29 mei 30 juni 31 juli 5 Nederland 1964 5,01 5,45 4 y2 Nederland 1958 4,77 4,92 4,92 4,97 5,13% 5,50 41/2 Nederland 1960 1 4,77% 4,91 4,90 4,95 5,09 5,52 4% Nederland 1959 4,88 4,99 4,94 4,93 5,32 5,55 4% Nederland 1961 4,88 4,94 4,95 4,98 5,14% 5,46 3% Nederland 1953 4,84 4,95 4,92 4,98 5,22 5,52 3'/2 Nederland 1956 4,84 4,97 4,82 4,97 5,27% 5,47 3% Nederland 1954 4.63 4,84 4,80 4,92 5,17% 5,45 3% Nederland 1955 1 4,61 4,80 4,81 4,93 5,16% 5,42% 3Vb Ned. 1947 Staffel 4,46 4,54 4,53 4,58 4,72 5,02 3% Grootboek 1946 4,81 4,97 4,89 5,00 5,34 5,36 3% Investeringscert. 4,03 4,68 4,57 4,78% 5,40 5,40 2% Grootboekobllg. 4,66 4,70% 4,74 4,82 4,82% 4,91

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 17