tijd duren want vlees moet groeien, evenals hout.
De huisvrouw zal er zich wel op moeten in
stellen dat het rundvlees niet meer goedkoop
zal worden. Het vorig jaar was de prijs trouwens
uitzonderlijk laag. Die lage vleesprijzen van 1963
vormen een van de belangrijkste oorzaken voor
de huidige schaarste. Want menige boer ontbrak
de lust om de fokkerij aan te pakken. Bovendien
is de vraag toegenomen; de welvaart maakt de
consument in sterkere mate ,,vleesminded".
Wanneer men dan bovendien nog bedenkt, dat
de grote droogte in Argentinië ook de prijzen
van het voor de verwerkende industrie bevroren
rundvlees aanmerkelijk heeft opgeschroefd, dan
is het niet te verwonderen dat vooral de goede
vleessoorten thans schaars en duur zijn. Waar
het gemeenschappelijke E.E.G.-beleid binnen
kort in werking treedt en gericht is op een rede
lijke prijs voor de boer, mag worden verwacht
dat de vleesprijzen wel niet weer zullen terug
zakken tot het lage niveau van het vorig jaar.
Inmiddels vertonen de varkensvleesprijzen
evenwel een daling. Verwacht wordt dat later in
het seizoen, en met name in het najaar, de
varkensaanvoer zo sterk zal toenemen dat een
verdere prijsdaling in het verschiet ligt. Waar
ook in andere landen zoals Duitsland en
Denemarken de varkensstapel zich sterk uit
breidt, maakt men zich zelfs reeds ernstig on
gerust over een te laag prijspeil. De beruchte
varkenscyclus zal zich ook in de E.E.G mis
schien nog wel in versterkte mate doen
gelden.
Eieren
De pluimveesector wordt thans weer gecon
fronteerd met de gevolgen van een tijdelijk over
schot. De eierprijzen zijn tot een catastrofaal laag
prijspeil gedaald en er vallen weer gevoelige
klappen. Bovendien is ook de export in verge
lijking met vorig jaar sterk teruggelopen.
De regering staat tegenover deze situatie
machteloos en is niet in staat de helpende hand
te bieden. Minister Biesheuvel heeft te kennen
gegeven dat geen maatregelen kunnen worden
getroffen ter verbetering van de afzet en prijs
vorming. Steunmaatregelen passen niet meer in
het E.E.G.-beleid en zouden bovendien zo zij
al werden getroffen onwerkzaam worden door
overeenkomstige afweermaatregelen door af-
nemerslanden. Trouwens niet alleen in Neder
land, maar ook in de andere E.E.G.-landen zit
men met de eieren diep in de put.
Als lichtpuntjes in de benarde situatie van het
ogenblik zijn slechts te constateren een opleving
van de vraag naar Nederlandse eieren in Italië
en een toenemende consumptie in het binnen
land. Vooral de hoge rundvleesprijzen leiden tot
een groter verbruik van eieren.
Inmiddels kan op iets langere termijn worden
vastgesteld dat, in verband met de sterk ver
minderde inleg in de broedmachines, in de
komende maanden en vooral in het laatste kwar
taal van 1964 het aanbod van Nederlandse
eieren aanmerkelijk minder zal zijn dan in de
overeenkomstige periode van 1963.
Overigens speelt bij de omvang van de pro-
duktie ook een rol de mate waarin overjarige
legkippen worden opgeruimd. Welke gevolgen
een en ander zal hebben voor het toekomstige
prijspeil is op dit ogenblik met geen mogelijk
heid te zeggen, omdat hierbij vooral ook van
belang is wat er in andere landen met de kip-
penstapel gebeurt.
Structuurwijziging
De slechte situatie op de eiermarkt doet
overigens wel de vraag reizen waar we met onze
leghennenstapel naar toe moeten. Deskundigen
zijn van mening dat, wanneer er doelbewust naar
rationalisatie en doelmatigheid wordt gestreefd
niet alleen bij de producenten maar ook bij
de verwerkings- en afzetgeledingen er voor
de produktie van eieren in Nederland redelijke
mogelijkheden zijn. Naar het oordeel van de
voorzitter van het Produktschap voor Pluimvee
en Eieren is daarbij echter een wijziging van de
structuur onontbeerlijk. Zo zal men op de leg-
bedrijven op korte termijn moeten streven naar
legstapels van 1.000 tot 2.000 dieren. Bedrijven
met kleinere stapels zullen op den duur nietmeer
op rendabele wijze voor de markt kunnen pro
duceren. Ook de structuur van het verwerkings-
en afzetapparaat behoeft dringende verbetering
205