Sparend Nederland - Kanttekeningen bij de cijfers Bedragen x f 1 miljoen Mutaties april Mutaties mei Mutaties jan./mei Saldo tegoed Tegoec van in het c O) c D cn c ar O) totaal Inlagei Terug- betalin Spaar- versch Inlagei Terug- betalin Spaar- versch Inlager Terug betalen Spaar- versch 1/1 31/5 1/1 31/5 1964 Bib. Utrecht 156,5 170,4 13,9 183,9 146,7 37,2 843,5 752,3 91,2 3835,2 3926,4 27,5 27,2 Bib. Elndh. 125,5 117,6 7,9 125,4 102,7 22,7 645,4 545,9 99,5 2431,4 2530,9 17,4 17,6 R P.S. 92,3 96,5 4,2 116,1 88,4 27,7 523,8 441,8 82,0 3568,1 3650,1 25,6 25,3 Alg. Spaarb. 250,2 239,6 10,6 274,3 214,9 59,4 1264,8 1074,4 190,4 4114,6 4305,0 29,5 29,9 624,5 624,1 0,4 699,7 552,7 147,0 3277,5 2814,4 463,1 13949,3 14412,4 100,0 100,0 1963 Bib. Utrecht 127,9 121,2 6,7 174,2 135,3 38,9 726,3 567,6 158,7 3333,0 3491,7 27,2 27,0 Bib. Elndh. 86,1 82,3 3,8 113,5 91,1 22,4 517,1 398,7 118,4 2072,5 2190,9 16,9 16,9 R.P.S. 87,5 80,3 7,2 117,9 87,4 30,5 504,7 356,7 148,0 3230,3 3378,3 26,3 26,1 Alg. Spaarb. 175,3 157,7 17,6 238,7 181,3 57,4 1011,8 776,6 235,2 3637,9 3873,1 29,6 30,0 476,8 441,5 35,3 644,3 495,1 149,2 2759,9 2099,6 660,3 12273,7 12934,0 100,0 100,0 In tegenstelling tot de ontwikkeling in de voorgaande maanden van 1964 kwam in mei een toeneming van de liquide middelen voor. Deze is een gevolg van de sterke stijging van de credit- gelden en een geringere groei van de uitzettingen in eigen kring in vergelijking met die in de maanden van het eerste kwartaal 1964. De ten opzichte van de vorige maanden afgenomen aanwas van de uitzettingen in eigen kring werd ver oorzaakt door de daling van de debetsaldi in lopende rekening met f 19,3 miljoen. Het groeitempo van de voorschotten bleef ook in mei ongewijzigd hoog. Het beloop van de spaargelden bij de traditionele spaarinstellingen was in mei aanmerkelijk gunstiger dan in de voorgaande maanden. Bij alle spaarinstellingen lag dit zelfs ongeveer op het zelfde niveau als in mei 1963. Ook de in juni behaalde spaaroverschotten wijzen erop dat van een verbetering in het spaarklimaat mag worden gesproken. Volgens de voorlopige cijfers bedroeg het spaarover schot bij de aangesloten banken f 23,2 miljoen, bij de bij Eindhoven aangesloten banken f 24,1 miljoen en bij de Rijkspostspaarbank f 15,7 miljoen. 215

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 17