Maandelijkse koerstabel Effectief rendement obligaties monetair economische evenwicht gerichte poli tiek van de monetaire instanties, die juist klaar blijkelijk als belangrijk instrument daartoe het wapen van een hoge rente willen hanteren. Bij een beroep op de Nederlandsche Bank zou zulk een rente-effect achterwege blijven, waar door bedoeld evenwichtsherstel uiteindelijk nog zou worden vertraagd. Een tweede belangrijke overweging, die stel lig in het spel is geweest, heeft betrekking op het feit, dat voorzien moest worden in een lang lopende middelenbehoefte. En dit brengt ons meteen op de nieuwe leningoperatie, die in de eerste dagen van juli door het Rijk werd aan gekondigd. Dekkingsbehoeften van het Rijk Allereerst dient er in dit verband aan te wor den herinnerd, dat in de laatste Miljoenennota geraamd was, dat de Staat in 1964 voor in to taal één miljard gulden een beroep op de open bare kapitaalmarkt zou moeten doen, waarvan 500 miljoen door herbelegging van op staats leningen plaatsgevonden aflossingen zou kun nen worden verkregen, terwijl het andere halve miljard uit nieuwe middelen moest voortkomen. Vervolgens is echter in maart van dit jaar be kend gemaakt, dat het financieringstekort voor het lopende jaar aanmerkelijk lager kon worden gesteld, nl. op slechts ca. f 400 miljoen, dank vervolg op blz. 216 31 jan. 28 febr. 31 maart 29 april 29 mei 30 juni 5 Nederland 1964 99% 4% Nederland 1958 97% 98 97 97 96% 95% 4% Nederland 1960 I 97 9715/k 963/4 97 96"/,6 95'/,4 4% Nederland 1959 94% 95'/4 94% 95 95% 923% 4'% Nederland 1961 93'/4 943% 93% 933/4 937/u 92% 3% Nederland 1953 89% 90% 89% 893% 88% 863% 3% Nederland 1956 89% 893/4 89% 893/4 88% 86% 3% Nederland 1954 85 86% 85% 853% 84% 82% 3'/4 Nederland 1955 1 843/4 863% 85% 85 84'/,6 82% 3% Ned. 1947 Staffel 867/i4 867% 86 861% 85'/,6 83% 3% Grootboek 1946 87 87% 87% 875% 87 85 3% Investeringscert. 97% 97" u 97 973/,6 96'3/,6 953% 2% Grootboekoblig. 533/4 54% 54 53% 52% 523% 31 Jan. 28 febr. 31 maart 29 april 29 mei 30 juni 5 Nederland 1964 5,01 4'/2 Nederland 1958 4,88 4,77 4,92 4,92 4,97 5,13% 4% Nederland 1960 I 4,89 4.77 4,91 4,90 4,95 5,09 4% Nederland 1959 4,97 4,88 4,99 4,94 4,93 5,32 4'% Nederland 1961 5,01 4,88 4,94 4,95 4,98 5,14% 33/4 Nederland 1953 4,92 4,84 4,95 4,92 4,98 5,22 3% Nederland 1956 4.83 4,84 4,97 4,82 4,97 5,27 3% Nederland 1954 4.86 4.63 4,84 4,80 4,92 5,17% 3'/4 Nederland 1955 I 4,85 4,61 4,80 4,81 4,93 5,16% 3% Ned. 1947 Staffel 4,50 4,46 4,54 4,53 4,58 4,72 3% Grootboek 1946 4,89 4,81 4,97 4,89 5,00 5,34 3% Investeringscert. 4,07 4,03 4,68 4,57 4,78 5,40 2V2 Grootboekoblig. 4,72% 4,66 4,70% 4,74 4,82 4,82 213

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 15