De Algemene Vergadering In prettige sfeer werden belangrijke zaken af gedaan. Minister Biesheuvel woonde gehele bijeen komst bij. „Het is al jarenlang een goede traditie, dat onze vergaderhal volstroomt met zijn honder den, zelfs duizenden afgevaardigden en belang stellenden. Ik wist dus, wat ik hier vanmorgen mocht verwachten; maar ik ervaar thans, op dit moment, uw aanwezigheid als een zichtbaar be wijs voor de grote plaats, die onze organisatie bij u inneemt. Voor uw medeleven en meewer ken, zij het binnen of buiten onze organisatie, zeg ik u als voorzitter van deze vergadering hartelijk dank". Aldus sprak mr. R. J. van Beekhoff, voorzitter van de Raad van Toezicht van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank, op 26 mei 1964 des morgens om even over elf uur in de enorme Bernhardhal aan de Croeselaan in Utrecht, na dat hij de vele aanwezigen in het algemeen had welkom geheten, ter opening van de jaarlijkse Algemene Vergadering van de C.C.R.B. Terecht kon de heer Van Beekhoff constateren, dat de Raiffeisenorganisatie bij velen een voorname plaats inneemt, want bijna drie duizend perso nen waren uit alle uithoeken van het land naar de grote bijeenkomst gekomen om er in een voorbeeldige discipline een aantal gewichtige zaken af te doen. De voorzitter maakte daarna nog een opval lende opmerking: „Nu wij met zovelen hier sa menkomen kunnen wij moeilijk van een knusse besloten vergadering spreken. Het trof mij echter, dat verleden jaar een blad een verslag van onze Algemene Vergadering gaf en daarin liet uitkomen, dat er ondanks de massaliteit van de bezoekers toch een prettige sfeer en saam horigheid heersten". Mr. Van Beekhoff gaf daar voor vooral aan zijn voorganger, de heer Wind, de dank en de eer. Hij wilde proberen het door de heer Wind gegeven goede voorbeeld te vol gen en hij hoopte dat opnieuw iedereen zich op de grote vergadering thuis zou voelen. De prettige sfeer en de saamhorigheid heb ben zich opnieuw gedemonstreerd. Bovendien moet het de buitenstaander zijn opgevallen dat Mr. R. J. van Beekhoff alle besluiten met een verheugende eensge zindheid werden genomen en dat er geen of weinig kritiek werd gehoord. Daarin manifes teerde zich het volledige vertrouwen, dat de zeer velen, die een taak in de grote Raiffeisen- coöperatie vervullen, in de leiding van de Centrale Bank, in het Bestuur en in de Raad van Toezicht stellen. Bovendien bleek eruit, dat deze vergadering weer zeer grondig was voor bereid. Begroetingen In de openingsrede begroette de voorzitter enige bijzondere gasten, in de eerste plaats uiteraard de minister van Landbouw en Visserij, mr. B. W. Biesheuvel. Hij herinnerde aan de nauwe betrekking, waarin mr. Biesheuvel tot de Raiffeisenorganisatie gestaan heeft. De vorige Algemene Vergadering werd door hem namelijk nog als bestuurslid van de Centrale Bank bij gewoond. Mr. van Beekhoff kon de minister dus terecht in „onze familiekring" welkom heten. Hij zegde hem toe, dat de Raiffeisenorganisatie hem maar vermogen zal steunen bij de zware en verantwoordelijke taak, die hij als bewinds man van Landbouw heeft te vervullen. De voor zitter wist, dat de minister met de volle inzet 165

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 7