S. SEYFFER t VEEN WEI DEKREDIETEN Degenen, die een veenweidekrediet hebben aangevraagd, zullen behoudens enkele uit zonderlijke gevallen inmiddels bericht hebben ontvangen betreffende het al dan niet inwilligen van hun aanvraag. Het zal voorkomen, dat de aanvraag is afgewezen, omdat het bedrijf niet levensvatbaar wordt geacht. Er doen zich echter ook diverse gevallen voor van posten, die zijn afgewezen omdat de aanvrager geacht werd in staat te zijn zelf zekerheid te stellen voor het te lenen bedrag. Wij kunnen er alle begrip voor hebben, dat dc aanvragers met een levensvatbaar bedrijf zich teleurgesteld voelen, temeer daar met de behan deling van hun aanvraag enkele maanden zijn heengegaan. Ondertussen is er geen oplossing gekomen voor het probleem van consolidatie van het opgelopen leverancierskrediet. De be trokkenen zullen zich nu verder moeten gaan bezinnen op de meest juiste en verantwoorde financiering van hun bedrijf. Het moet echter worden betwijfeld of alle vee houders, wier aanvraag voor een veenweide krediet is afgewezen op grond van het argument, dat zij in staat zijn zelf zekerheid te stellen, direct het initiatief zullen nemen voor het aan vragen van een lening, zij het nu zonder garantie van het Borgstellingsfonds. Het feit, dat men in eerste instantie nul op het rekest heeft ge kregen, zal in veel gevallen de neiging doen ontstaan verder de zaak maar op zijn beloop te laten. Dit is wellicht een begrijpelijke reactie, maar zij is niet zonder gevaren! De kort lopende schulden blijven op deze wijze bestaan en daar mede de financiële kwetsbaarheid van het bedrijf. Wij zijn dan ook van mening, dat de functio narissen van de plaatselijke banken er goed aan zullen doen hun cliënten, die eventueel zonder garantie van het Borgstellingsfonds door de bank gefinancierd kunnen worden, op de be staande mogelijkheden te attenderen. Het kan daarbij in bepaalde gevallen raadzaam zijn de kredietadviseur in te schakelen. Met leedwezen gedenken wij onze jonge medewerker, drs. S. Seyffer. De heer Seyffer werkte na zijn studietijd aan de Economische Hogeschool te Rotter dam achtereenvolgens bij enkele handelsbanken, o.a. bij de fa. R Mees Zoonen te Rotterdam, en bij de N.V. Albatros te Utrecht. Op 1 juni 1961 trad hij in dienst bij de Centrale Bank. De geldmarkt, in al zijn schakeringen, had zijn volle belangstelling en wij hadden grote verwachtingen van hem. Het heeft niet zo mogen zijn; zijn gezondheid werd in enkele maanden door een ernstige ziekte gesloopt en hij overleed op 6 juni jl. op de leeftijd van 34 jaar. Ons medeleven gaat uit naar de nabestaanden, in het bijzonder naar zijn vrouw, die wij alle kracht toewensen in deze zware dagen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 6