Wat ons bezig houdt
DISCONTOVERHOGING
NEDERLANDSCHE BANK
Met ingang van 4 juni jl. heeft de Neder-
landsche Bank haar rentetarieven met een half
procent verhoogd, als gevolg waarvan b.v. het
promessedisconto op een niveau van 5 is
komen te liggen.
De reden van deze verhoging der tarieven
ligt in zoals het communiqué van de Neder-
landsche Bank aangeeft ,,de voortgaande
kredietuitbreiding bij het bankwezen, die geleid
heeft tot een toenemende overschrijding van de
vastgestelde normen en de zich openbarende
ongunstige ontwikkeling van de betalingsba
lans".
De verhoging heeft ten doel de beperkende
kredietpolitiek van de Nederlandsche Bank te
ondersteunen en derhalve meer kracht bij te
zetten aan haar politiek tot afremming van de
kredietverlening door het bankwezen.
Naar aanleiding van deze discontoverhoging
en de buitensporig grote kredietvraag bij onze
banken heeft het Bestuur van de Centrale Bank
zich met een nader debetrente-advies tot de
aangesloten banken gewend.
Gezien de uitvoerige motivering welke bij dit
advies werd gegeven, mogen wij in dit kader
volstaan met het vertrouwen uit te spreken dat
de besturen der banken de huidige situatie goed
zullen onderkennen en in de in juni te houden
vergaderingen zullen besluiten tot opvolging
van het advies per 1 juli a.s.
DE FUSIES
VAN DE GROTE HANDELSBANKEN
Voor de kleine zelfstandige bank is het een
boze wereld. In 1920 waren er nog honderden,
thans zijn het er nog enkele. Ook voor hen is
het een kwestie van tijd. De keuzemogelijkheid
is: aansluiting bij een grote bank of verdwijnen.
Het zijn sterke krachten, die dit proces ver
oorzaken. De krachten van technische vooruit
gang, efficiency en gespecialiseerde kennis.
Toen de kleine zelfstandige bank plaatselijk
het monopolie van de bankierskennis had en de
162
clientèle uit de winkelier, de ambachtsman en
de zeer kleine industrieel bestond, was een
goede kennis van de plaatselijke verhoudingen,
van de financiële gegoedheid van de krediet
nemers en een goede dosis nuchter verstand
voldoende om een succesvol bankier te zijn.
De banktechniek was eenvoudig, de boekhou
ding primitief, het personeel goedkoop en de
huisvesting sober.
Het is vooral de technische voortuitgang, die
de weg heeft gebaand voor het ontstaan van het
middelgrote en later het grote industriële be
drijf. De kleine bank bleek niet in staat dit be
drijf van voldoende bedrijfskrediet te voorzien
en de logische oplossing was: fusie van een of
meer in eikaars nabijheid gelegen kleine ban
ken tot een grotere en sterkere eenheid.
De efficiency, die bij deze grotere bank
in de administratie, de controle en de be
drijfsvoering mogelijk was, leidde tot een gro
tere winstcapaciteit en deze weer tot de moge
lijkheid om voordelige offertes te doen in een
ruimere omgeving dan het werkgebied van de
gefusioneerde banken. Dit leidde weer tot het
ondermijnen van de positie van andere zelf
standige kleine banken, die vroeger of later
noodgedwongen aansluiting zochten bij de reeds
bestaande grotere eenheid of onderling tot fusie
kwamen.
Zo ontstonden in plaats van de oorspronke
lijke honderden kleine banken enkele tientallen
middelgrote banken.
Hiermee was het proces echter niet ten einde.
De industrie ontwikkelde zich in sommige sec
toren door verdere concentratie tot nog grotere
éénheden en de kredietbehoefte van deze gi
ganten ging al spoedig de capaciteit ook van de
middelgrote banken te boven. Nieuwe fusies
leidden tot de grote banken, zoals wij deze de
laatste jaren kenden.
Thans zijn wij bij de laatste fase aangeland:
de samensmelting van de grote banken tot
superbanken.
Dit laatste was misschien nog niet nodig ge
weest als Nederland een geïsoleerd nationaal