Jhr. mr. J. C. Greven 25 jaar verbonden aan de Centrale Bank Op 12 juni van dit jaar was het 25 jaar ge leden, dat Jhr. mr. J. C. Greven in dienst trad van de Centrale Bank. In deze 25 jaar heeft de heer Greven in ver schillende functies voor de Centrale Bank ge werkt en wij geloven te mogen zeggen, dat er een voor ieder waarneembare band tussen de heer Greven en de Raiffeisenorganisatie is ont staan. Van 1939 tot 1948 was de heer Greven uit sluitend werkzaam op de Juridische afdeling, in 1948 werd hij tevens secretaris van de directie en in 1955 bovendien secretaris van de Cen trale Bank. In 1961, na het overlijden van mr. Schröder, volgde zijn benoeming tot onderdirec teur van de Centrale Bank, in welke functie hij onder meer werd belast met de leiding van de afdeling belast met de dispensaties voor kre dieten, voorschotten en beleggingen. In een bijeenkomst met het personeel van de Centrale Bank, waarin de heer Greven, die ver gezeld was van zijn echtgenote, gehuldigd werd, wees de heer Keijser op de verbondenheid aan 190 de Raiffeisenorganisatie, die men zonder moeite bij de heer Greven kan ontdekken. Zijn enthou siasme is allen bekend, een enthousiasme, dat gepaard gaat met echte toewijding, met werk lust en werkkracht en met bereidheid om te helpen. De heer Keijser wees op het grote aan deel, dat de heer Greven gehad heeft in de voorbereiding en uitvoering van de kredietver- ruimende maatregelen die de laatste jaren ge troffen zijn. Ook als onderhandelaar heeft de heer Greven zich een naam onder ons verworven. Telkens weer bewijst hij, dat een gulle levenshouding en goed koopmanschap heel goed samen kun nen gaan. De heer Keijser dankte de heer Greven na mens allen voor het vele werk dat hij verzet, voor zijn openhartigheid, hulpvaardigheid en vriendschap. Typerend voor de heer Greven is, dat hij in zijn eigen toespraak wees op de grote waarde, die hij hecht aan teamwork. Daardoor worden resultaten bereikt en wordt een gemeenschap pelijke band tussen collega's en medewerkers gelegd waaruit begrip en waardering voor el- kaars ideeën en opvattingen ontstaat. Ook nu de omvang van het personeel van de Centrale Bank zo sterk gegroeid is, moeten wij, aldus de heer Greven, zoveel mogelijk het onderlinge contact handhaven. Juist daarom ook is de heer Greven dankbaar voor de vele contacten die hij in zijn dagelijkse werk heeft met de aangeslo ten banken. De fase, waarin onze organisatie zich bevindt, lijkt gekenmerkt door de noodzaak van het voeren van gemeenschappelijke activi teit van aangesloten banken en Centrale Bank. Dat eist nieuwe bestudering en vormgeving en dat houdt ons als organisatie jong. Vurig hoopt de heer Greven dat het hem gegeven mag zijn nog 15 jaren zijn steentje aan de bouw van onze mooie organisatie bij te dragen. Als redactie sluiten wij ons van harte bij deze wens aan. Ook voor de Raiffeisen-Bode is de heer Greven achter de schermen allerminst een onbekende en wij spreken de wens uit, dat wij en de gehele organisatie nog lang van zijn enthousiasme en stimulerende voorbeeld mogen profiteren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 32