Sparend Nederland Kanttekeningen bij de cijfers Bedragen x f 1 miljoen Mutaties maart Mutaties april Mutaties jan./april Saldo tegoed Tegoed in van het totaal Inlagen Terug betalingen Spaar- verschil Inlagen Terug betalingen Spaar- verschii Inlagen Terug betalingen Spaar- verschil 1/1 30/4 1/1 30/4 1964 Bib. Utrecht Bib. Elndh. R.P.S. Alg. Spaarb. 150,7 146,2 4,5 124,3 111,5 12,8 98,9 91,3 7,6 229,9 212,8 17,1 156,5 170,4 13,9 125,5 117,6 7,9 92,3 96,5 4,2 250,2 239,6 10,6 659,6 605,6 54,0 519,9 443,0 76,9 409,0 352,2 56,8 990,5 859,5 131,0 3834,9 3888,9 2431,3 2508,2 3570,3 3627,1 4114,6 4245,6 27.5 27,3 17.4 17,6 25.6 25,4 29.5 29,7 603,8 561,8 42,0 624,5 624,1 0,4 2579,0 2260,3 318,7 13951,1 14269,8 100,0 100,0 1963 Bib. Utrecht Bib. Eindh. R.P.S. Alg. Spaarb. 134,9 105,1 29,8 102,0 76,7 25,3 93,2 70,6 22,6 182,7 148,9 33,8 127,9 121,2 6,7 86,1 82,3 4- 3,8 87,5 80,3 7,2 175,3 157,7 17,6 552.0 432,2 119,8 403.7 307,6 96,1 386.8 269,3 117,5 773.1 595,3 177,8 3332,9 3452,7 2072,5 2168,6 3230,3 3347,8 3637,9 3815,7 27.2 27,0 16,9 17,0 26.3 26,2 29,6 29,8 512,8 401,3 111,5 476,8 441,5 35,3 2115,6 1604,4 511,2 12273,6 12784,8 100,0 100,0 De invloed van het seizoen op de ontwikkeling van de toevertrouwde middelen is vooral in de maand april sterk merkbaar. Mede als gevolg hiervan namen in april zowel de spaargelden als de creditsaldi in lopende rekening af met totaal 22,3 miljoen. De kredietverlening en beleg gingen in eigen kring ondergingen een forse stijging met f 60,3 miljoen, terwijl ook de overige uitzettingen met f 5,4 miljoen toenamen. Als gevolg hiervan trad een daling op in de liquide mid delen met f 90,9 miljoen. In tegenstelling tot het verloop in april 1963, waarin voor het eerst in de na-oorlogse jaren de spaargelden stegen, trad thans een vermindering op met f 13,9 miljoen. Vooral in de maanden maart en april was het beloop van de spaargelden bij de aangesloten banken ongunstig vergeleken met de cijfers van de over eenkomstige maanden van 1963. Eenzelfde verschijnsel deed zich voor bij de Rijkspostspaarbank en de algemene spaarbanken. Blijkens de voorlopige cijfers over mei kon in deze maand door de aangesloten banken een gunstiger resul taat worden geboekt. Het spaaroverschot bedroeg name lijk f 37,1 miljoen tegenover f 38,9 miljoen in mei 1963. Bij de bij Eindhoven aangesloten banken bedroeg het spaaroverschot over mei f 22,9 miljoen en bij de Rijks postspaarbank f 27,7 miljoen. 187

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 29