Financieel overzicht Verstoord evenwicht Indien er in de maand, die thans achter ons ligt, een ding is gebleken, dan is het wel dit, dat de verstoring van het monetair-economische evenwicht, die hier te lande is ontstaan door de loonexplosie, in steeds sterkere mate in de ver schillende sectoren van 's lands economie aan de dag treedt en dat Nederland nog lang niet in een stadium verkeert, waarin het herstel van het evenwicht nabij kan worden geacht. De toestand is niet onrustbarend, maar toch wel nog steeds zodanig, dat de grootste waakzaamheid in acht moet worden genomen, teneinde te verhinderen, dat deze uit de hand loopt. De prijsstijging heeft kennelijk nog niet haar hoogtepunt bereikt, terwijl de handelsbalans een van maand op maand toenemend tekort te zien geeft en hand in hand daarmee ook het tekort op de betalingsbalans een omvang heeft aan genomen, die de normale verhoudingen te buiten gaat en op sprekende wijze tot uitdrukking brengt, dat ons land als geheel in een stadium verkeert van overbesteding. Anders gezegd, de nationale bestedingen gaan de nationale midde len belangrijk te boven als gevolg van het feit, dat de loonsverhogingen groter zijn geweest dan door de toeneming van de produktiviteit, respec tievelijk de stijging van het nationaal inkomen, wordt gerechtvaardigd. Er is dientengevolge een te veel aan koopkracht ontstaan, dat onvoldoen de tegenwicht vindt in de hoeveelheid voortge brachte goederen en diensten. Daarin zal slechts geleidelijk verbetering kunnen komen, indien een verdere loonstijging voldoende kan worden af geremd en aldus de achterstand, die in produktie en produktiviteit tegenover lonen en inkomens is ontstaan, weer kan worden ingelopen. Men weet, dat de verdere stijging van de kosten van het levensonderhoud, die in de afge lopen maand aan de dag is getreden, weer nieuwe onrust in arbeiderskringen heeft verwekt en dat zelfs weer nieuwe looneisen te berde wer den gebracht. Gelukkig is betrekkelijk kort daarop de rust op het loonfront weer teruggekeerd, dank zij het feit, dat het inzicht baanbrak, dat de jongste prijsstijgingen grotendeels aan seizoen factoren moesten worden geweten, zodat men niet met een nieuwe inflatiegolf te doen heeft. Aan de andere kant heeft de minister van Finan ciën met klem gewaarschuwd tegen nieuwe loon eisen, zonder daarbij zijn bezorgdheid omtrent de jongste ontwikkeling te verhullen. De cijfers van de handelsbalans over april noemde de minister de slechtste die ooit geconstateerd zijn. Daarom zouden nieuwe loonsverhogingen gevaarlijker zijn dan ooit, omdat daarvan verdere prijsverhogingen onvermijdelijk weer het gevolg zouden zijn, waardoor het evenwicht op handels- en betalingsbalans nog meer zou worden ver stoord. Groot tekort op betalingsbalans In april is de invoer toegenomen tot f 2,3 mil jard bij een uitvoer van slechts f 1,7 miljard. Voor die ene maand (de laatste waarvan einde mei de gegevens bekend waren) heeft de uitvoer dientengevolge slechts 75 van de invoer kun nen dekken. Verder is berekend dat het eerste kwartaal van dit jaar voor de lopende rekening van de betalingsbalans een tekort heeft opge leverd van 300 miljoen, hetgeen in vergelijking met de overeenkomstige periode van het vorige jaar een terugval van ongeveer f 600 miljoen be tekent. In het licht hiervan moet worden gecon stateerd dat het Centraal Plan Bureau, dat het tekort op de betalingsbalans voor het gehele lopende jaar op ongeveer een miljard gulden heeft becijferd, daarmee zeker niet overdreven heeft en dat er geen enkele reden is om op het ogenblik met een kleiner tekort op de betalings balans rekening te houden. Het zal duidelijk zijn, dat dat tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans automatisch moet leiden tot een directe of indirecte afvloeiing van deviezen. Deviezenverliezen De cijfers betreffende de goud- en netto deviezenreserves per einde maart 1964 laten inderdaad zien, dat de monetaire reserves in het eerste kwartaal met 406 miljoen zijn vermin derd. Verder blijkt dat de banken in genoemd tijdvak slechts voor 116 miljoen uit eigen buitenlandse uitzettingen hebben geput, terwijl zij voor f 290 miljoen valuta van de Nederland- 184

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 26