slechts een beperkte aanspraak zullen maken op ons argrarisch areaal, zodat een groot deel van onze bodem aangewezen zal blijven op de op de bodem gebonden produktierichtingen. Het totaalbeeld is dan ook, dat in de toekomst nog velen en met name bedrijfshoofden de landbouw zullen moeten verlaten. Voor de be trokkenen is dit vaak een grote tragiek, maar het betekent anderzijds, dat de landbouw met minder mankracht hetzelfde presteert en aldus de weg opent voor een verruiming van de wel vaart (vele industrieën werken met omgeschool de agrariërs). De mate waarin de interne produktie-organi- satie zich aan deze ontwikkelingen kan aanpas sen, wordt in belangrijke mate bepaald door factoren als ontsluiting, waterbeheersing en -voorziening en verkaveling. Ruilverkaveling De individuele boer staat nagenoeg geen enkel middel ten dienste om deze produktie- omstandigheden te beïnvloeden. Vandaar, dat de opheffing van dergelijke knelpunten een bijzon der belangrijk onderdeel vormt van het Neder landse landbouwbeleid en meer in het bijzonder van het structuurbeleid. Het belang van de verbetering van de infra structuur van de plattelandsgebieden is een onderdeel met hoge prioriteit van het regerings beleid. Het Akkoord van Wassenaar stelt te dien aanzien Versterkte voortzetting van ruilverkave ling met inschakeling van op meervoudige ook niet agrarische doeleinden gerichte ontwikke lingsplannen". Dat deze versterkte voortzetting bitter nood zakelijk is blijkt uit de volgende cijfers van 31 december 1963: 1. gereedgekomen oppervlakte ruilverkaveling 199.310 ha 2. in uitvoering zijnde opp. ruilverkaveling 357.070 ha 3. nog niet in uitvoering zijnde aanvragen 1.214.400 ha Indien men bedenkt, dat aanpassing van de interne bedrijfsstructuur veelal mede afhangt van de externe produktie-omstandigheden, dan ver- 178 vullen deze cijfers ons met een zekere zorg, aldus minister Biesheuvel. Reeds het van 1958 daterende „Meerjarenplan voor Ruilverkaveling en andere cultuurtechnische werken in Neder land" kwam tot de conclusie dat voor 1,3 mil joen ha van onze cultuurgrond ruilverkaveling zeer urgent is en dat binnen een periode van 20 a 30 jaar 1,5 miljoen ha een infrastructurele ver nieuwing nodig heeft. Gebieden waar de knelpunten minder talrijk zijn, kunnen vaak met een minder ingrijpende reorganisatie volstaan. In het kader van de ge meente- en waterschapswerken wordt op het gebied van de ontsluiting en de waterbeheersing zeer nuttig werk verricht ten behoeve van de landbouwstructuur. Gezien de beschikbare mid delen en de grote behoefte aan snelle verbete ring van de infrastructuur moet zoveel mogelijk soberheid worden betracht in de plannen. In dit licht bezien kan een verbetering van de ont sluiting en de waterbeheersing vaak al veel soelaas bieden. De minister betoogde verder, dat bedrijfsver- groting en bedrijfsbeëindiging zeer nauw samen hangen, Uiteraard wordt de mogelijkheid van oppervlaktevergroting van het ene bedrijf in sterke mate bepaald door de beëindiging van een ander bedrijf. De afvloeiing van agrarische bedrijfshoofden uit de landbouw is een proces, dat onmiskenbaar al jarenlang aan de gang is. Echter zeer geleidelijk; in de periode van 1947 tot en met 1960 verminderde het aantal agrari sche bedrijfshoofden volgens de L.E.I.-cijfers van 247.000 tot 221.000. Deze ontwikkeling zal zich in het komende decennium onvermijdelijk in versneld tempo doorzetten. Er zullen zich bedrijven aanpassen door inten sievere produktierichtingen te kiezen (b.v. tuin bouw, varkenshouderij of kippenhouderij). Deze produktierichtingen maken slechts een beperkte aanspraak op de grond, maar vragen wel bijzon der hoge investeringen in de bedrijfsuitrusting. Bedrijfsbeëindiging In ruilverkavelingsverband wordt gestreefd naar verbetering van de bedrijfsgroottestructuur. In zogenaamde aankoopgebieden ruilverkave-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 20