Van Beekhoff, „wanneer ik bijvoorbeeld hoor,
dat het prijspeil van akkerbouwprodukten in tien
jaar tijds met 6 steeg en dat in dezelfde pe
riode de loonstijging 100% bedroeg. Dikwijls
moeten de oorzaken van de minder gunstige
situatie van de landbouw en de genezing van
de kwaal buiten onze grenzen gezocht worden.
Dat wil niet zeggen, dat we zelf niets kunnen
doen. Het Ontwikkelings- en Saneringsfonds is
een van de middelen, die wij nu ter beschikking
hebben gekregen. Op langere termijn zal daar
om met name ook van de bedrijfsbeëindigings
regeling een sanerende invloed uitgaan".
De grondprijzen
De voorzitter vestigde er de aandacht op, dat
er sinds de wet Vervreemding Landbouwgron
den is opgeheven een belangrijke deining is
ontstaan, om van onrust maar niet te spreken.
„Voor de besturen van onze banken werd het
er beslist niet eenvoudiger op. De normen, die
voor 1963 een houvast gaven, bestonden niet
meer en toch kwamen de hypotheekaanvragen
binnen en moesten de bestuursleden trachten
aan een bepaald agrarisch object een zodanige
waarde toe te kennen, dat enerzijds rekening
werd gehouden met de gebruikswaarde, doch
anderzijds ook weer niet de prijsontwikkeling
werd genegeerd. Deze laatste bewoog zich in
de eerste helft van 1963 sterk in opwaartse
richting. Bij incidentele grondoverdrachten wer
den soms ongemotiveerd hoge prijzen betaald,
maar onze bestuursleden hebben zich er te
recht van laten weerhouden om bij hypotheek
taxatie deze zeer hoge prijzen op de voet te vol
gen. Zij hebben bij hun taxaties aansluiting ge
zocht bij de gezonde norm, die de rentabiliteits-
waarde in het oog trachtte te houden".
„Ik meen dat wij wat de grondprijzen betreft
bezig zijn aldus de voorzitter naar een
zekere stabiliteit toe te groeien. Het niveau
waarop deze stabiliteit zich zal manifesteren ligt
vanzelfsprekend veel hoger dan de vroegere
grondkamerprijzen, hetgeen enerzijds een ge
volg is van een tekort aan landbouwgronden en
anderzijds in verband staat met de nog steeds
voortgaande geldontwaarding. Niemand is ge
baat, vond mr. Van Beekhoff, bij een verder op
drijven van de grondprijzen, zonder dat hier een
reële basis aan ten grondslag ligt. Dat werkt
slechts verstorend in onze agrarische economie
en bevordert de oplossing van het financierings
probleem in de land- en tuinbouw beslist niet".
„Het jaarverslag duidt erop, zo zei de voor
zitter verder, dat in de laatste maanden van
1963 een zekere onrust op spaargebied merk
baar is geworden. Die onrust is in de loop van
dit jaar eerder sterker dan zwakker geworden.
De spaarresultaten van alle spaarinstellingen
liggen tot nu toe beneden het niveau van 1963
en het is te begrijpen, dat grote activiteit ont
plooid wordt om spaargelden aan te trekken.
Ook van onze banken eist dit juist nu extra aan
dacht, omdat de kredietvraag groter is dan
ooit. Naar verdere verbetering van de krediet
mogelijkheden, vooral die voor land- en tuin
bouw, wordt voortdurend gestreefd. Het beste
bewijs daarvoor is zeker het straks te behan
delen voorstel tot wijziging van het Raiffeisen-
garantiefonds afdeling C".
De voorzitter drong er ten slotte op aan de
samenwerking te versterken en in gemeen
schappelijke activiteit voort te gaan. Dan zag
hij de toekomst van onze organisatie met ver
trouwen tegemoet.
Verkiezingen
Zoals steeds deed de vergadering ook nu
weer een aantal huishoudelijke zaken snel en
in grote eensgezindheid af. Zij keurde de no
tulen van de Algemene Vergadering van 14 mei
1963 met algemene stemmen goed.
Tot lid van het Bestuur ter vervulling van de
vacature, ontstaan door het aftreden van mr. B.
W. Biesheuvel, werd met 480 van de 532 uitge
brachte stemmen gekozen ir. J. W. Hudig, wo
nende te Arnhem. De aanbeveling voor deze
vacature was opgemaakt in de Centrale Ring-
vergadering van 7 april 1964, evenals die voor
de volgende verkiezing van vier leden van de
Raad van Toezicht ter vervulling van de vaca
tures, ontstaan door het aftreden van de heer
H. Wind, het periodieke aftreden van de heren
M. P. van der Weyden en H. Dekker en het af
treden van de heer J. Jensema J.Dzn.
In de vacature H. Wind koos de vergadering
169