Sparend Nederland
Kanttekeningen bij de cijfers
Bedragen x f 1 miljoen
Mutaties
februari
Mutaties
maart.
Mutaties
jan./maart
Saldo
tegoed
Tegoed in
van het
totaal
Inlagen
Terug
betalingen
Spaar-
verschil
Inlagen
Terug
betalingen
Spaar-
verschil
Inlagen
Terug
betalingen
Spaar-
verschil
1/1 31/3
1/1 31/3
1964
Bib. Utrecht
Bib. Elndh.
RPS.
Alg. Spaarb.
157,9 132,6 25,3
121,8 96,3 25,5
108,8 77,0 31,8
236,8 179,8 57,0
150,7 146,2 4,5
124,3 111,5 12,8
98,9 91,3 7,6
229,9 212,8 17,1
503,1 435,2 67,9
394,4 325,4 69,0
316,7 255,7 61,0
740,3 619,9 120,4
3835,0 3902,9
2431,3 2500,3
3570,3 3631,3
4114,6 4235,0
27.5 27,4
17.4 17,5
25.6 25,4
29.5 29,7
625,3 485,7 139,6
603,8 561,8 42,0
1954,5 1636,2 318,3
13951,2 14269,5
100,0 100,0
1963
Bib. Utrecht
Bib. Elndh.
R.P.S.
Alg. Spaarb.
134,2 91,2 43,0
99,0 65,7 33,3
102,1 52,6 49,5
200,7 125,7 75,0
134,9 105,1 29,8
102,0 76,7 25,3
93,2 70,6 22,6
174,5 141,9 32,6
424,1 311,0 113,1
317,6 225,3 92,3
299,3 189,0 110,3
589,6 430,6 159,0
3332,9 3446,0
2072,5 2164,8
3230,3 3340,6
3637,9 3796,9
27.2 27,0
16,9 17,0
26.3 26,2
29,6 29,8
536,0 335,2 200,8
504,6 394,3 110,3
1630,6 1155,9 474,7
12273,6 12748,3
100,0 100,0
Evenals in de twee voorgaande maanden van dit jaar
was ook in maart de toeneming van de uitzettingen be
langrijk hoger dan de stijging van de creditgelden.
Als gevolg hiervan namen de liquide middelen af met
bijna f 59 miljoen. Hierdoor is de ontwikkeling in het
eerste kwartaal van 1964 geheel afwijkend van het over
eenkomstige kwartaal 1963, waarin de creditgelden toe
namen met f 122 miljoen, de uitzettingen in eigen kring
met f 66 miljoen en de liquide middelen met f 57 miljoen.
In de eerste maanden van 1964 stegen de creditgelden
met f 44 miljoen, de uitzettingen in eigen kring met f 138
miljoen terwijl de liquide middelen met f 102 miljoen ver
minderde.
Blijkens de cijfers onder het hoofd „Sparend Nederland"
was bij alle traditionele spaarinstellingen het spaarover
schot in maart 1964 lager dan in maart 1963. Vooral bij
de aangesloten banken was het spaaroverschot van 4,5
miljoen zeer gering.
De voorlopige cijfers over april geven aan dat bij de
bij Utrecht aangesloten banken een ontsparing voorkwam
van f 14 miljoen, bij de bij Eindhoven aangesloten banken
namen de spaargelden toe met 7,4 miljoen, terwijl bij
de Rijkspostspaarbank de ontsparing f 4,2 miljoen be
droeg.
151