rende diens hele verdere leven, een bepaald bedrag te zullen uitkeren. Gewoonlijk wordt de toezegging van de werkgever, waaruit gelijk tijdig de aanspraak van de werknemer ontstaat, gedaan jaren vóór de datum, waarop het pen sioen ingaat. In het geval van een werknemer, die op zijn 25ste jaar in de pensioenregeling wordt opgenomen en op zijn 65ste jaar wordt gepensioneerd, liggen er 40 jaren tussen. Het is echter ook mogelijk, dat op de toe zegging van een pensioen zeer snel de ingangs datum volgt: een gehuwde 25-jarige kan immers op 26-jarige leeftijd overlijden, zodat dan reeds onmiddellijk het weduwen en/of wezenpensioen ingaat. Daar het verder onzeker is, hoe lang de gepensioneerde of de weduwe zal leven, is het van het allergrootste belang, dat de pensioen aanspraken voldoende gedekt zijn. De pensioenen moeten immers prompt uitbe taald worden, ook al wordt de gepensioneerde 100 jaar en ook al zou de weduwe van een jong gestorven werknemer 60 of meer jaren in leven blijven. Wij merken hier op, dat een werknemer aan spraak op pensioen kan krijgen door een mon delinge toezegging van zijn werkgever. Dit is natuurlijk ongebruikelijk en voor beide partijen ook onverstandig. Gewoonlijk wordt de werk nemer opgenomen in een pensioenregeling, die in een pensioenreglement is neergelegd. Ook komt het voor, vooral bij bedrijven met weinig personeel, dat de werkgever zijn pen sioentoezegging doet bij een aan de werknemer gerichte pensioenbrief. Uitvoering van pensioentoezeggingen Zijn de pensioentoezeggingen gedaan en dus de pensioenaanspraken ontstaan, dan komt de P.S.W. met zijn eisen voor de dag. De werk gever is verplicht ter uitvoering van de pen sioentoezeggingen één van de volgende maat regelen te nemen: a) hetzij toe te treden tot een bedrijfspensioen fonds; b) hetzij een ondernemingspensioenfonds aan zijn onderneming te verbinden; c) hetzij levensverzekeringen te sluiten (enkele details laten wij hier rusten). De onder c. genoemde mogelijkheid is zeer bekend. De werkgever sluit een collectief pen sioenverzekeringscontract met een levensver zekeringsmaatschappij, welke laatste de risico's, verbonden aan de toegezegde pensioenen, overneemt. Daar de Verzekeringskamer een nauwlettend toezicht houdt op de levensver zekeringsmaatschappijen zijn daarmede de be langen van de pensioengerechtigden, dwz. de werknemers die aanspraak op pensioen heb ben, voldoende veilig. Bij de mogelijkheid een ondernemingspen sioenfonds aan de onderneming te verbinden, willen wij even nader stilstaan. De P.S.W. kent in dit opzicht enkele formele bepalingen. Zo dienen de statuten en reglementen goedgekeurd te worden door minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. In het bestuur van een pensioenfonds moeten de vertegenwoordigers van de werknemers evenveel zetels bezetten als de vertegenwoor digers van de werkgever (paritaire vertegen woordiging). Verder moeten de verleende aan spraken natuurlijk duidelijk in statuten en regle ment omschreven zijn. De P.S.W. onderscheidt twee soorten onder nemingspensioenfondsen. Allereerst pensioenfondsen, die de risico's, die uit de pensioentoezeggingen voortvloeien, over dragen of herverzekeren door het sluiten van levensverzekeringen. In dat geval draagt, even als bij de boven onder c. genoemde mogelijk heid, de levensverzekeraar het risico. Daarnaast opent de P.S.W. ook de mogelijkheid voor een pensioenfonds om zelf geheel of ge deeltelijk het risico te dragen. Het pensioen fonds treedt dan zelf als het ware als levens verzekeraar op. Het is te begrijpen, dat de P.S.W. in dat geval zware eisen stelt. Een der gelijk fonds moet werken volgens een actua riële en bedrijfstechnische nota en de Verzeke ringskamer moet ervan overtuigd zijn, dat het fonds voldoende draagvlak bezit voor het zelf standig dragen van het risico. Periodiek moeten 144

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 14