Kroniek van land- en tuinbouw bouw bepaald teleurgesteld. Er was immers een verschil van mening over melkprijs; zuivelprodukten op redelijk niveau gestabiliseerd; actief vleesbeleid van grote betekenis voor rentabiliteit veehouderijbedrijf; bevredigende prijsregeling voor consumptieaardappelen gewenst; verhoging areaalheffing pootaardappelen; bij gunstige ontwikkelingen in richting glastuinbouw blijft gezinsbedrijf van grote betekenis. Voor de rundveehouderij nog altijd de be langrijkste tak van ons agrarisch bedrijf was deze maand van grote betekenis. Niet alleen werd de veehouder voor het komende produktie- jaar een hogere melkprijs in het vooruitzicht ge steld, maar het mag welhaast als een historisch feit worden beschouwd dat thans voor het eerst in de geschiedenis ook voor het rund vlees een doelbewust en actief prijsbeleid wordt geïntroduceerd. Nieuwe melkprij's Nadat de melkprijs voor een „interimperiode" van 5 maanden reeds was verhoogd met 2 cent, is daar nu nog eens 2 cent bijgekomen. Hoewel in een korte periode belangrijk verbeterd, heeft de nieuwe melkprijs de georganiseerde land- aanzienlijke verhoging nodig om verbetering te brengen in de positie van de veehouderijbedrij- veen, om de kostenstijgingen, welke zich ook in deze sector als gevolg van de loonexplosie voordoen, op te kunnen vangen en tevens om ruimte te kunnen scheppen voor verbetering der bedrijfsgebouwen en modernisering van de be drijfsvoering. Het Landbouwschap meende dan ook 33 cent te moeten verdedigen, terwijl in vele boerenkringen zelfs 35 cent werd gevraagd. Nu deze wensen niet zijn ingewilligd, heeft het Land bouwschap besloten ook het aan Kabinet en de Volksvertegenwoordiging de redelijkheid van zijn voorstel aan te tonen. Hierbij is vooral in het geding in hoeverre de beslissing van de rege ring in overeenstemming is te brengen met de prioriteit, welke de landbouw krachtens het akkoord van Wassenaar in het regeringsbe leid zou genieten. Hoewel het verschil tussen het Landbouw- schapsvoorstel en de regeringsbeslissing 2 cent bedraagt in het verleden nog nooit is voorge komen lijkt dit op het oog toch groter dan het in werkelijkheid is. De melkprijs draagt nl. niet meer het karakter van een garantieprijs, doch van een richtprijs, die in werkelijkheid hoger of lager kan uitvallen. De uiteindelijke prijs is af hankelijk van een aantal factoren, waarop nog een invloed ten gunste kan worden uitgeoefend. We hebben de indruk, dat over deze elementen waaruit de prijs wordt opgebouwd niet zoveel verschil van mening bestaat, doch de minister onder de optelsom een lager bedrag meent te moeten zetten dan het Landbouwschap. Een duidelijk verschil bestaat er over de z.g. verrekenprijs.de prijs welke voor de consumptie- melk in rekening wordt gebracht. Het Landbouw schap vroeg hiervoor 35 cent, de regering stelde deze echter vast op 34,1 cent. Over de hele melkplas gerekend betekent dit 0,4 cent. Daaren tegen is de toeslag op de industriemelk conform de wens van de georganiseerde landbouw vast gesteld, nl. op 8 cent per liter. Dit betekent dat de toeslag uit de schatkist voor het komende melkjaar circa 350 miljoen zal bedragen, Zuivelprijzen Het niveau van de door de veehouder te ont vangen prijs hangt dus verder nog af van de opbrengst die voor de industriemelk kan worden verkregen. Zonder botervoorraden en met lege kaaspakhuizen liggen de zuivelprijzen op een hoger niveau dan de laatste jaren werd bereikt. Gezien de vooruitzichten van de zuivelmarkt kon inmiddels reeds worden besloten de z.g. inleve- ringsprijzen zodanig te verhogen, dat het huidig niveau van de op de markt voor boter en kaas gemaakte prijzen kunnen worden geconsoli deerd. Het heeft er danook alle schijn van dat de opbrengstprijs van de industriemelk hoger 106

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 8