Al met al is dus het resultaat geweest dat van
het in totaal op beide leningen toegewezen be
drag ad 550 miljoen, 305 miljoen bestemd
werd voor conversie .terwijl van de 245 mil
joen die daarboven werden toegewezen nog een,
op het ogenblik van schrijven, nog niet bekend
gedeelte met schatkistpapier kon worden vol
daan. Het doel van de leningoperatie is dan ook,
zoals gezegd, tweeledig geweest, nl. conversie
van de 3% lening 1962/64 en consolidatie van
vlottende schuld.
Het rentebeleid
In verband met de sterk verminderde lenings
behoeften valt het ten dele ook te verklaren, dat
zulk een laag percentage op de 5 lening werd
toegekend.
Het rentepeil van 5 voor langlopende
leningen is voor een land als Nederland histo
risch hoog en het spreekt daarom vanzelf, dat
de minister er reeds alleen om deze reden niet
veel voor kon gevoelen, veel verder te gaan
met zijn toewijzingen op de vrije inschrijvingen.
De rentelasten voor de schatkist moeten immers
zó laag worden gehouden als de behoeften
voorschrijven. Dat eist een verantwoord finan
cieel beleid tegenover de contribuabelen. Boven
dien is het ook uit psychologisch oogpunt
verstandig de kapitaalmarkt niet sterker te
draineren dan nodig is, omdat zulks het beste is
voor de technische positie van de staatsfondsen-
markt, alsook om een ontspanning op het gebied
van de rente te bevorderen. En uiteindelijk is
hieraan ook een conjunctureel aspect verbonden.
Des te hoger de rente, des te sterker zullen de
produktiekosten en financieringskosten van het
bedrijfsleven stijgen en ook daarmee dient maat
te worden gehouden, teneinde de spanningen
niet nodeloos te vergroten. En geheel afgezien
hiervan dient er ook ruimte te worden gelaten
voor andere emissies, waaronder met name die
van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten,
welke instelling, naar in beurskringen werd ver
wacht, wel weer spoedig een beroep op de
kapitaalmarkt zou doen.
In hoeverre, ondanks het achterwege blijven
van een limitering der leningsbedragen voor de
inschrijvingsdatum, toch door de inschrijvers
werd gemajoreerd, valt moeilijk na te gaan. Het
agio van 5/s van de aflosbaar gestelde lening
hield wel een aanwijzing in, dat er werd gema
joreerd, d.w.z. dat sommige inschrijvers in de
verwachting van een beperkte toewijzing voor
meer hebben ingetekend dan zij werkelijk be
hoefden. Aan de andere kant staat het evenzeer
vast, dat toch ook weer velen van majorering
moeten zijn weerhouden door de onzekerheid,
waarin zij verkeerden ten aanzien van de uit
eindelijke grootte der nieuwe leningsobjecten.
Vooruitzichten rentestand
Ook omtrent de verdere gang van zaken op
het gebied van de renteontwikkeling valt het
moeilijk een voorspelling te doen. Voorlopig
schijnt wel een maximum te zijn bereikt. Zoals
altijd in economicis zal de rente evenals elke
prijs uiteindelijk worden bepaald door de vraag-
en aanbodverhoudingen op de kapitaalmarkt.
En deze zullen weer afhangen van het verloop
van de betalingsbalans enerzijds en de vraag
naar nieuwe middelen voor investeringen ander
zijds. Het verloop van de betalingsbalans zal
zich op zijn beurt in belangrijke mate weer
spiegelen in de omvang van de nationale
deviezenreserves, die in aanzienlijke mate wordt
beïnvloed door de ontwikkeling van de handels
balans en de rentestand in het buitenland. In de
eerste maanden van dit jaar heeft het handels
verkeer met het buitenland een tekort opgele
verd dat het tekort van de overeenkomstige
periode van het vorige jaar met enkele honder
den miljoenen overtrof. Verder heeft dr. Holtrop,
de president van de Nederlandsche Bank, zich
nog kortelings enigszins pessimistisch uitge
laten over de overbesteding, die door de loon
explosie wordt veroorzaakt en die een grotere
druk op de betalingsbalans met zich brengt.
Men weet, dat de officiële instanties op grond
van de ramingen van het Centraal Planbureau
rekening houden met de mogelijkheid dat de
lopende rekening van de betalingsbalans dit jaar
zal sluiten met een tekort van globaal een mil
jard tegen een overschot van 500 miljoen voor
het afgelopen jaar. Dat betekent derhalve dat de
117