Verzekering van opstallen tijdens de bouw Deze bespreking had ten doel een uiteenzet ting te geven hoe eenmaal gereedgekomen bouwwerken het best kunen worden verzekerd met het oog op het te verzekeren bedrag en de omvang van de dekking, waarbij ten aanzien van dit laatste naar voren werd gebracht, dat het aanbeveling verdient niet uitsluitend te ver zekeren tegen brandschade, maar een uitge breide opstal en/of inboedelverzekering te slui ten. voordeel weegt ruimschoots op tegen de in ver houding geringe meerpremie, gezien het feit dat de huidige premietarieven voor brandverzeke ring zeker niet hoog zijn te noemen. In een van de vroegere jaargangen van de Raiffeisen-Bode (december 1962 blz. 479) is aandacht besteed aan de verzekering van bank gebouwen. Wij zouden thans een kleine bespreking willen wijden aan de verzekering van opstallen tijdens de bouwperiode, daarbij uitgaande van de me ning, dat dit onderwerp niet alleen van belang kan zijn voor de bij onze organisatie aangeslo ten banken zelf maar tevens in het belang van hun cliënten, die over het sluiten van verzeke ringen moeten worden geadviseerd. Aanbouwverzekeringen Het bestaan van z.g. „aanbouwverzekeringen met dekking tegen brand-, explosie- en storm schade" eventueel uitgebreid met vliegtuig- schade mogen wij wel als bekend veronderstel len, zodat een uitvoerige verhandeling over dit onderwerp achterwege kan blijven. Wij zouden slechts willen wijzen op twee dingen die van belang kunnen zijn nl. de hoogte van het te verzekeren bedrag en wie de verzekering dient te sluiten, de aanbesteder of de aannemer. Ten aanzien van het eerste zouden wij een onderscheid willen maken tussen kleine bouw projecten en grote. Bij aanbouwverzekeringen kan het verzekerde bedrag worden verhoogd naarmate de bouw vordert en een pand daar door in waarde stijgt. Deze methode heeft echter vrijwel alleen zin bij werkelijk grote bouwwerken, omdat daarbij belangrijk op de premie kan worden bespaard, gezien de grootte van het te verzekeren bedrag. Bij kleinere bouwwerken kan net zo goed di rect worden verzekerd voor de totale waarde van de opstal, men is dan wel gedurende een zekere tijd „oververzekerd" en betaalt daardoor iets te veel premie, maar men hoeft er dan niet telkens op bedacht te zijn bij te verzekeren; dit Verzekeringnemer Bij de vraag wie de verzekering dient te sluiten, de aanbesteder of de aannemer, dient voor ogen te worden gehouden, dat hoewel ver zekeringstechnisch beiden contractant kunnen zijn, het geen aanbeveling verdient de aannemer als verzekeringnemer/belanghebbende op te laten treden om daarna de verzekering op de aanbesteder te laten overgaan als het object wordt opgeleverd. Men doet er integendeel als aanbesteder goed aan zelf de verzekering te sluiten in ver band met het volgende: Indien de aannemer failliet mocht gaan en er zou brand uitbreken in het in aanbouw zijnde pand, dan valt het uit te keren bedrag in de failliete boedel van de aannemer, omdat deze de verzekeringnemer/belanghebbende is. Constructieverzekering Deze traditionele aanbouwverzekering zouden wij thans willen laten rusten om over te gaan op een andere, zeer belangrijke vorm van ver zekering die kan worden gesloten voor de pe riode tijdens de bouw van een opstal. Een ver zekering, die pas in de jongste tijd naar voren is gekomen, doch in ons land meer en meer wordt gesloten en in het buitenland, met name in het land van oorsprong de Verenigde Staten, reeds zeer populair is. Wij bedoelen de construction all-risksverzekering ook wel con- tractors-all risks genoemd (contractor aan nemer) of met de Nederlandse benaming: uit gebreide constructieverzekering voor bouwwer ken. Dit is een schadeverzekering waarvan dekking uiteen valt in twee rubrieken: de eerste tegen schade aan het werk, de tweede tegen het ri sico van wettelijke aansprakelijkheid voor ge beurtenissen die verband houden met de uit- 95

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 33