het feit van de noodzakelijkheid te gaan bemiddelen in
assurantie om hiermede de rentabiliteit van onze banken
te kunnen verhogen en nog meerdere service te verlenen
aan onze leden.
De behoefte wel of niet bemiddelen in assurantie, zal
plaatselijk geheel verschillend liggen en zal dan ook ge
heel ter beoordeling van het bestuur moeten blijven, daar
dit bestuur met deze plaatselijke omstandigheden bekend
is.
Van deze gelegenheid zou ik tevens gebruik willen
maken enkele van de 8 genoemde punten van het inge
zonden stuk van de heer Van Maldegem onder de loupe
te nemen.
Hetgeen onder punt 1 door de heer Van Maldegem
genoemd wordt, als zou het verzekeringswezen op het
platteland „een wanordelijk iets" zijn, laat ik geheel aan
de verantwoording van de geachte inzender.
Wat punt 2 betreft, geloof ik niet dat wij in paniek ge
raakt zijn, dat erop het gebied van het verzekeringswezen
naar verlangd wordt, noch door particulier noch door in
stellingen, dat er iets beters moet komen, daar wij dit
beters volgens mijn mening met een gerust hart aan ons
verzekeringswezen kunnen overlaten.
Onder punt 6 schrijft de heer Van Maldegem, „Het be
drijven van assurantie door onze banken voor verschil
lende maatschappijen kan nooit tot het gewenste doel
leiden". Hieraan zal wel niet te ontkomen zijn, daar b.v.
een speciale levensverzekeringsmaatschappij geen varia-
verzekering sluit en omgekeerd. Terwijl ik verder nog
denk aan risico's, die bij particuliere of onderlinge maat
schappijen niet zijn onder te brengen maar alleen onder
gebracht kunnen worden op z.g. beurspolis.
Onder punt 7 suggereert geachte inzender „één groot
agrarisch verzekeringsbedrijf". Dit kan toch ook niet
serieus genomen worden, daar op den dag van vandaag,
zelfs onze boerenleenbanken op het platteland voor een
groot gedeelte niet agrarisch zijn en hun werkzaamheden
voor een niet gering gedeelte vinden buiten de agrarische
sector. Te meer nog daar door de agrariërs die zich spe
ciaal met het verzekeren van agrarische belangen bezig
houden, reeds veel op verzekeringsgebied tot stand Is
gebracht, geloof ik niet, dat er nog eens behoefte bestaat
om voor deze belangen nog meer maatschappijen te
stichten.
Hoewel over deze aangelegenheid nog pagina's zouden
zijn te schrijven, zou ik willen eindigen met er nogmaals
op te wijzen, dat de beslissing uiteindelijk bij de plaatse
lijke besturen ligt om wel of niet met assurantiebemid
deling te beginnen.
Voor diegene, die hiermede willen beginnen, geloof ik,
dat wij bij de Centrale Bank voldoende apparaat hebben,
om ons te laten voorlichten, waar wij de bij ons aange
boden risico's kunnen onderbrengen en ben ik er mijner
zijds gerust op dat e.e.a. dan een „ordelijk" verloop zal
hebben.
Hoogachtend,
W. Reedijk,
wnd. voorzitter
Raiffeisenbank ,,'s-Gravendeel"
Naschrift van de redactie.
De opmerkingen, die de heer Reedijk maakt over de
„acht stellingen" van de heer Van Maldegem, tonen dui
delijk, dat deze heren een heel verschillende kijk hebben
op wat wij gemakshalve de verzekeringsactiviteit van onze
banken noemen. De heer Van Maldegem zal ook wel geen
directe algehele instemming verwacht hebben, want daar
voor waren zijn stellingen te geprononceerd.
Overigens zijn de heer Reedijk, de heer Van Maldegem
en wij het er ongetwijfeld over eens, dat assurantie
bemiddeling een zaak is, waarover de plaatselijke bank
zelf moet beslissen. De Centrale Bank acht assurantie
bemiddeling voor onze banken in het algemeen zeker
gewenst en wel in de eerste plaats om de serviceverlening
aan leden en cliënten te verbeteren en vervolgens ook
omdat de rentabiliteit daardoor direct of indirect kan
worden verhoogd. Aan een verschil van mening op dit
punt zullen wij inderdaad niet te zwaar moeten tillen. De
praktijk zal ons zeker de weg wijzen.
Culemborg 5 miljoen
Onlangs bereikte het totaal aan spaargelden
een bedrag van 5.000.000,De heer J. v. d.
Graaf, die door zijn storting dit bedrag
volmaakte, ontvangt hier uit handen van de
voorzitter van het bestuur een enveloppe met
inhoud. Ook de spaarders, die voor en na de
heer v. d. Graaf een bedrag stortten, werden
met een attentie 'onder couvert' bedacht.
94