De welvaart in het dorp West-Graftdijk deelt zich al direct aan de bezoekers mee. Dichtbij het schilderachtige kerkje zijn verscheidene nieuwe huizen gebouwd en straten aangelegd. Hier wonen veel jonge gezinnen, die leven brengen in de dorpssfeer. De bewoners van West-Graftdijk zijn met deze nieuwe „aanplantingen" bijzonder ingenomen. De kinderen bevolken de scholen. De winkels zien de omzetten stijgen. De toekomst van het dorp lijkt nu verzekerd. De nieuwe generatie blijft ter plaatse wonen, al wordt het werk elders gevonden, in de Zaanstreek of zelfs in Amster dam. De nieuwbouw in West-Graftdijk, zo belang rijk voor de toekomst van het dorp, is er mede dank zij de plaatselijke bank gekomen. Nieuwe plannen liggen al weer te wachten. Het dorp en de streek moeten verder tot bloei worden gebracht. De gemeente denkt aan recreatiemogelijkheden,aan verdere uitbreidings plannen en alles was daarbij komt kijken. Voor de bank brengt dit veel nieuw werk mee. Wij twijfelen er niet aan dat voor deze raiffeisenbank zij mag dan nog boerenleenbank heten evenals in het verleden het geval is geweest, ook in de toekomst een belangrijke taak wacht, om door middel van het scheppen van financiële mogelijkheden de levensomstandigheden ter plaatse te verbeteren. Vanuit West-Graftdijk is het maar een kleine stap naar De Rijp, een plaats waar het Raif- feisenwerk wel in zeer sprekende vorm gestalte heeft gekregen. Als centrum van de Eilandspolder is De Rijp nauw verbonden met het wel en wee van de tuinbouw in dit gebied. De tuinbouw is hier al van oude datum, maar florissant is hij in lange tijd niet geweest. Men spreekt dan ook al jaren van een probleemge bied. De oorzaken van de ongunstige rentabili teit van de tuinbouwbedrijven moesten veelal worden toegeschreven aan de slechte verkave lingstoestand van de polder, de onvoldoende waterbeheersing, maar ook aan het ontbreken van goede bewaarruimten op de bedrijven. Mogelijkheden voor omschakeling op andere, meer rendabele teelten waren door deze om standigheden ook zeer beperkt. Tot voor kort werd de helft van het tuinbouw- areaal in de Eilandspolder gebruikt voor de teelt van pootaardappelen. Mede door de grondsoort klei/veen was deze teelt bijzonder kwets baar. Er moest iets worden gedaan om de tuinbouw bedrijven in de Eilandspolder van een steviger ondergrond te voorzien. Plannen voor ruilver kaveling en streekverbetering worden opgesteld, doch de uitvoering laat nog op zich wachten. Teneinde te voorkomen dat de tuinbouw in de polder catastrofaal voor det ruim honderd be drijven zou worden, werd een actiecomité onder leiding van de heer J. G. Woestenburg gevormd om bij de overheidsinstanties aan de bel te trekken en tegelijkertijd initiatieven te nemen, die op korte termijn voor de tuinders van betekenis konden zijn. De plannen van het actiecomité werden uitge werkt en omgezet in daden. Uitgangspunt voor een nieuwe ontwikkeling was de Coöperatieve Aardappelbewaarcentrale „Graft" (A.B.C.), met als zaakvoerder de heer Woestenburg. De A.B.C., in 1950 opgericht, met een honderd procent financiering van de boerenleenbank, schiep de zo dringend benodigde bewaarruimte voor de pootaardappelteelt. Al dadelijk onder vonden de tuinders hiervan de gunstige gevol gen en werd de pootaardappelteelt nog verder uitgebreid. De coöperatie zag echter in, dat een te eenzijdige structuur van de bedrijven gevaren met zich brengt. Men bezon zich daarom op mogelijkheden om tot een grotere spreiding van de teelt te komen. Enkele tuinders waren inmid dels overgegaan tot het verbouwen van plant- sjalotten, ook een moeilijk te bewaren produkt. De coöperatie zag hierin mogelijkheden om haar leden van dienst te zijn door de inrichting van een droog- en bewaarinstallatie. Dit plan werd in 1957 gerealiseerd, waaraan de boeren leenbank weer haar volle medewerking gaf. Gezegd kan worden, dat deze investering en financiering de sleutel is geworden voor de verdere ontwikkeling van de tuinbouw in de 86

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 24