Overdracht van een veestapel uit een onverdeelde nalatenschap Wanneer een veehouder in algehele gemeen schap gehuwd is, valt ook zijn veestapel in de huwelijksgemeenschap. Dit betekent, dat wan neer een van de echtgenoten overleden is, de veestapel deel gaat uitmaken van de onver deelde boedel. In deze onverdeelde boedel zijn gerechtigd de overblijvende echtgenoot, als mede de kinderen uit het huwelijk. Vaak komt het voor, dat de overblijvende echtgenoot (hetzij de man, hetzij de vrouw) bij de boerenleenbank een krediet aanvraagt en daarbij de veestapel in eigendom tot zekerheid aan de bank wil overdragen. De bank moet er in zulke gevallen rekening mee houden, dat deze veestapel onderdeel uitmaakt van de on verdeelde boedel. Dit betekent, dat niet alleen de overblijvende echtgenoot, maar ook de kin deren aan deze overdracht moeten meewerken. Indien de kinderen minderjarig zijn, kunnen zij bij de overdracht vertegenwoordigd worden door de langstlevende ouder, die ingevolge de bepalingen van de wet gewoonlijk met de voog dij over hen is belast. Er moet hier echter een belangrijk voorbehoud worden gemaakt; voor deze overdracht is, omdat het een overdracht door minderjarigen betreft, ook nog de toestem ming van de kantonrechter vereist. Boedelscheiding Het is zaak, dat, zo snel mogelijk nadat de veehouder of zijn echtgenoot overleden is, door de overblijvende echtgenoot en de kinderen een boedelverdeling tot stand wordt gebracht. Daar bij kan de bepaling worden gemaakt, dat de boerderij, de veestapel en alles wat er verder toe behoort, aan de langstlevende ouder wordt toebedeeld, met dien verstande, dat de kin deren een vordering op de langstlevende ouder ter grootte van hun aandeel in de gemeen schappelijke boedel zullen verkrijgen. Zolang Bruinisse f2 miljoen In januari jl. heeft Bruinisse, door een inleg van de 10-jarige Cor Giljam, haar spaargelden tot 2.000.000,zien toenemen. De jonge spaarder werd beloond met een vul pen en een bedrag op zijn spaarrekening. 84 een dergelijke boedelscheiding niet heeft plaats gevonden, kan de langstlevende ouder niet zelfstandig over de veestapel beschikken. Dien tengevolge kan de langstlevende ouder de vee stapel niet zonder toestemming van de kanton rechter aan de bank overdragen. Scheidingsakte Een boedelscheiding zal volgens de bepa lingen van ons Burgerlijk Wetboek in het alge meen tot stand kunnen komen, zonder dat daar bij bepaalde formaliteiten in acht genomen be hoeven te worden. Men zou dus zelfs een boe delscheiding tot stand kunnen brengen zonder dat daarvan een akte wordt opgemaakt. Het spreekt echter wel vanzelf, dat men van een zo belangrijke handeling als een boedelverdeling in het algemeen een akte zal opmaken. Trouwens, de wet schrijft juist onder bepaalde omstandigheden voor de boedelscheiding de vorm van een notariële akte voor. Dit is het ge val, wanneer een of meer gerechtigden hande lingsonbekwaam zijn. Wanneer dus een van de ouders overleden is, kan de langstlevende geen boedelscheiding tot stand brengen zonder een notariële akte, indien er minderjarige kinderen zijn. Onroerende goederen Nog om een andere reden verdient het vaak aanbeveling een notariële scheidingsakte te doen opmaken: in vele boedels bevinden zich onroerende goederen en voor de erfgenaam of medegerechtigde, aan wie dit goed wordt toebedeeld, is het van belang, dit goed op zijn naam te doen stellen. Is er een notariële akte van boedelscheiding opgemaakt, dan kan de passage, waarin de toescheiding van het on roerend goed geregeld wordt, in de registers worden overgeschreven. De akte van boedelscheiding moet door de kantonrechter worden goedgekeurd indien min derjarigen bij de boedelscheiding betrokken zijn. Van belang is ook nog de bepaling van ar tikel 433 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek: „Zonder machtiging van de kantonrechter mag de voogd een boedel, waartoe de minderjarige gerechtigd is, niet onverdeeld laten".

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 22