Sparend Nederland
Kanttekeningen bij de cijfers
Bedragen x f 1 min.
mutaties december
voorgaande jaar
mutaties
januari
Saldo
tegoed
Tegoed
v. h.
In
totaal
c
0)
CD
c
O
CD
Inlagei
Terug-
betalin
Spaar-
versch
Inlagei
Terug-
betalin
Spaar-
versch
1/1
31/1
1/1
31/1
1964
Bib. Utrecht
169,0
158,6
10,4
194,5
156,4
38,1
3835,0
3873,1
27,5
27,5
Bib. Eindh.
130,2
117,5
12,7
148,3
117,6
30,7
2430,4
2461,1
17,4
17,5
R.P.S.
93,9
82,6
11,3
109,0
87,4
21,6
3570,3
3591,9
25,6
25,5
Alg. Spaarb.
188,1
192,4
4,3
267,7
222,3
45,4
4109,4
4154,8
29,5
29,5
581,2
551,1
30,1
719,5
583,7
135,8
13945,1
14080,9
100.0
100,0
1963
Bib. Utrecht
145,4
120,2
25,2
155,0
114,7
40,3
3332,9
3373,2
27,2
27,1
Bib. Eindh.
100,4
85,3
15,1
116,6
82,9
33,7
2072,5
2106,2
16,9
16,9
R.P.S.
84,8
60,6
-f 24,2
104,0
65,8
38,2
3230,4
3268,6
26,3
26,3
Alg. Spaarb.
155,8
144,4
11,4
214,4
163,0
51,4
3638,0
3689,4
29,6
29,7
486,4
410,5
75,9
590,0
426,4
163,6
12273,8
12437,4
100.0
100,0
De verzamelbalans per 1 januari 1964 is de openings
balans van alle aangesloten banken. Dit houdt in dat bij
de hiervoor in aanmerking komende posten de bijge
schreven rente over 1963 is begrepen.
Vergelijking van de cijfers per 1 januari met die per ulti
mo van deze maand geeft de mutaties over januari.
Bij het bezien van de balansen blijkt dat in januari de
liquide middelen zijn verminderd met ruim f 30 miljoen.
Deze voor januari ongebruikelijke teruggang werd ver
oorzaakt door de sterker dan normaal opgetreden terug
gang in de creditsaldi in lopende rekening en de forse
toeneming van de uitzettingen in eigen kring. Vooral de
verstrekking van voorschotten was voor januari met een
bedrag van bijna f 64 miljoen zeer hoog. Ook de debet-
saldi in lopende rekening namen met een bedrag van bijna
f 10 miljoen in veel sterker mate toe dan gebruikelijk.
De ontwikkeling van de spaargelden bij de traditio
nele spaarinstellingen in januari 1964 kan, gezien de cij
fers van december 1963, niet ongunstig genoemd worden.
Weliswaar was het totale spaaroverschot van 135,8
miljoen ongeveer 20% lager dan dat in januari 1963,
doch ten opzichte van december 1963 was het spaar
overschot ruim f 105 miljoen hoger.
Bij de aangesloten banken was in januari het spaar
overschot van f 38,1 miljoen slechts ruim f 2 miljoen
lager dan in januari 1963.
Volgens de voorlopige cijfers bedroeg in februari het
spaaroverschot bij de bij Utrecht en Eindhoven aange
sloten banken respectievelijk f 25,3 miljoen en f 25,5
miljoen.
De Rijkspostspaarbank boekte in februari een spaar
overschot van f 31,8 miljoen.
83