van 6235 miljoen tegen 5965 miljoen op 27 januari en 6308 miljoen einde 1963. Men moet zich er inderdaad op in stellen, dat de geld- omloop zich gedurende het hele jaar op een jaar. De allesbeheersende vraag is en blijft: Maandelijkse koerstabel Effectief rendement obligaties 28 februari, hetgeen geen verwondering kan baren in het licht van de ultimobehoeften, die altijd aan het einde van de maand een zekere spanning met zich brengen. Dat deze behoeften betrekkelijk sterk zijn toegenomen door de stij ging van lonen en prijzen in de laatste maanden, behoeft stellig geen nadere toelichting. Op 2 maart gaf de weekstaat van de Neder- landsche Bank een totale geldcirculatie te zien hoger niveau zal handhaven dan in 1963 en dat ook hierin een schaarste-element schuilt, dat de tendentie tot rentestijging in de hand zal wer ken. Evenzeer als er thans met geen mogelijk heid een peil te trekken valt op de verdere ontwikkeling in dit jaar op economisch gebied, evenmin kan bij de huidige stand van zaken een gegronde voorspelling worden gedaan om trent het verdere renteverloop gedurende dit Wat gaat het Rijk doen, hoelang kan en wil de centrale overheid financieren zonder een nieuw beroep op de publieke kapitaalmarkt te doen. 30 sept. 31 okt. 29 nov. 30 dec. 31 jan. 28 febr. 4% Nederland 1958 101'/2 993/4 997,6 98% 97% 98 4% Nederland 1960 I 101'/2 993/4 997,6 98% 97 97"/,4 4% Nederland 1959 99"/i« 97% 96"/,4 96% 94% 95% 4% Nederland 1961 99'Vió 973/s 963/,6 95% 93% 943/8 3% Nederland 1953 95% 93% 913% 903/4 89% 90% 3% Nederland 1956 941/2 921/4 90% 903/4 89% 893% 3% Nederland 1954 89% 88 86% 86 85 86% 3% Nederland 1955 1 89% 87% 86% 86 843% 863% 3% Ned. 1947 Staffel 921/2 89% 88% 86% 867,6 86% 3% Grootboek 1946 92"/, 4 90V, t 89 87"/, 6 87 87% 3% Investeringscert. 98"/,, 981/2 98% 98% 97% 97"/,6 2 Grootboekobllg. 58'/,4 56 53 54 533/4 54% 30 sept. 31 okt. 29 nov. 30 dec. 31 jan. 28 febr. 4% Nederland 1958 4,31 4,54% 4,62 4,68 4,88 4,77 4% Nederland 1960 1 4,32 4,53 4,63 4,68 4,89 4,77 4% Nederland 1959 4,29 4,59 4,69 4,76 4,97 4,88 4% Nederland 1961 4,29 4,53 4,67% 4,75% 5,01 4,88 33/4 Nederland 1953 4,24 4,50 4,66 4,77 4,92 4,84 3% Nederland 1956 4,21 4,50 4,69 4,70 4,83 4,84 3% Nederland 1954 4,27 4,50 4,66 4,74 4,86 4,63 3% Nederland 1955 1 4,25% 4,49 4,65 4,74 4,85 4,61 3% Ned. 1947 Staffel 4,04 4,30 4,33 4,49 4,50 4,46 3% Grootboek 1946 4,07 4,41 4,58 4,76% 4,89% 4,81 3% Investeringscert. 3,75 3,85% 3,85% 3,62 4,07 4,03 2% Grootboekobllg. 4,33 4,52 4,78 4,70 4,72% 4,66 81

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 19