Financieel overzicht van de obligatiemarkt belangrijk toegenomen Herstel op obligatiemarkt De belangrijkste ontwikkeling op de kapitaal markt heeft zich in de afgelopen maand afge speeld in de sector van de vaste rente dra gende fondsen. In ons laatste maandoverzicht hebben wij reeds het grote belang van de le ningoperatie in het licht gesteld, waartoe de Bank voor Nederlandsche Gemeenten is over gegaan. Er viel immers te voorzien, dat het resultaat van deze emissie van doorslaggeven de betekenis zou zijn voor het verloop op de leningmarkt in de naaste toekomst. Welnu de belangstelling, die voor de 5% lening van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, die tegen 99 is uitgegeven, bij de intekening aan de dag werd gelegd, heeft alle verwachtingen over troffen. Het in totaal ingeschreven bedrag heeft zulke afmetingen aangenomen, dat slechts een zeer gering percentage aan de inschrijvers kon worden toegewezen. Deze uitslag heeft een stempel gedrukt op de verdere gang van zaken. Het eerste gevolg is geweest dat de koers tot ruim 101 steeg zodat reeds spoedig een agio van ruim 2 werd genoteerd. Het tweede gevolg was, dat het vertrouwen in de weer stand van de obligatiemarkt terugkeerde, het geen zich weerspiegelde in een koersstijging, welke over de gehele linie van de risico mij dende sector der kapitaalmarkt intrad. Ten op zichte van het koersniveau, dat einde januari gold, was de verbetering weliswaar nog slechts beperkt, maar in elk geval was het duidelijk, dat aan de koersdaling voorlopig een einde was gekomen en dat de verdere gang van za ken in hoge mate zou afhangen van eventuele nieuwe leningoperaties hetzij van de zijde van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, hetzij van de kant van het Rijk. Want het moge al zijn dat het evenwicht hersteld was, het was evenzeer duidelijk, dat de positie van de staats- fondsenmarkt en van de obligatiemarkt in het algemeen onder de heersende omstandigheden nog als uiterst labiel moest worden be schouwd. Verdere vooruitzichten Men heeft hierbij ten dele met psycholo gische en ten dele ook met technische factoren te doen. Wat het eerste element aangaat weet men, dat de koerdaling, die zich in de laatste maanden van 1963 op de obligatiemarkt heeft voltrokken, slechts ten dele ten wijten viel aan de feitelijke mislukking van de laatste staats lening. De aan de dag getreden versterking van de inflationistische tendenties, in casu de aantas ting van het vertrouwen in zake de waardevast heid van de gulden, heeft bij die koersdaling ongetwijfeld eveneens een belangrijke rol ge speeld. Dat men de leningoperatie van het Rijk als een échec heeft beschouwd, vloeide daaruit voort, dat, zoals men weet, een kleine f 100 miljoen van het totale leningbedrag ad f 400 miljoen bij de rijksfondsen moest worden onder gebracht, om het gehele leningbedrag te kun nen plaatsen. Geheel afgezien hiervan is de gevoeligheid door de gebeurtenissen, die sindsdien hebben plaatsgevonden en de nieuwe gezichtspunten op de ontwikkeling van de conjunctuur hier te lande, welke van verschillende zijden en in het bijzon der van die van het Centraal Planbureau naar voren werden gebracht. Dit aspect hebben wij de vorige maal reeds vrij uitvoerig besproken, zodat wij thans kunnen volstaan met vast te stellen, dat de voorlopige prognose van het Centraal Planbureau, die in de afgelopen maand werd gepubliceerd, bevestigde dat het tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans voor 1964 inderdaad op rond een miljard gulden moet worden aangenomen. Daaraan werd dan nog toegevoegd, dat de vermindering van de liqui- teiten die uit het tekort zal voortspruiten, door de onttrekking van een dergelijk bedrag aan de geldcirculatie in verband met de aankoop van de buitenlandse deviezen, die tot dekking van dat miljard nodig zullen zijn, de tendentie tot rentestijging zullen versterken. En het spreekt vanzelf dat dit vooruitzicht remmend moet wer ken op een verder herstel van de staatsfond- senmarkt. Dat neemt intussen niet weg, dat de emissie van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten algemeen als een proefballon werd beschouwd. 78

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 16