In het algemeen kan voor de tuinbouw wor den gesteld, dat de marktpositie van hoog waardige, goed gesorteerde en in grote hoe veelheden aangeboden produkten steeds ster ker wordt. Dit geldt met name voor onze to maten, komkommers en sla, de produkten van de glastuinbouw. Echter in mindere mate voor de grove groenten die voor directe consumptie zijn bestemd. In verband met het toenemende verbruik van verwerkte produkten mag een le vendige vraag worden verwacht naar groenten bestemd voor de conservenindustrie. Door een betere samenbundeling zullen de telers moeten trachten de prijsvorming van deze groenten be ter te doen aansluiten bij de afzetmogelijk heden. Sierteelt In de sierteeltsector heeft het E.E.G. beleid nog geen gestalte gekregen. Toch moet Neder land er zich thans reeds op instellen, dat de teeltregelingen waardoor men het aanbod enigermate in de hand kan houden binnen kort zullen moeten verdwijnen. Op zich zelf is dit niet erg, voor zover althans de toenemende koopkracht resulteert in betere afzetmogelijk heden. In het algemeen geldt ook in de sier teelt, dat men bij voortduring moet streven door verdere opvoering van de kwaliteit en de sortering zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen van de klant. Wanneer de afzet verder wordt gestimuleerd door gepaste collec tieve reclamecampagnes en door marktonder zoek, dan meent men ook in deze sector de ontwikkeling van de export met vertrouwen te gemoet te kunnen zien. Akkerbouw Ook in de akkerbouwsector doet zich de in vloed gelden van betere marktsituaties als ge volg van het geleidelijk tot stand komen van de E.E.G. en het opheffen van handelsbelemme ringen. Een vrije markt opent perspectief voor onze gespecialiseerde produkten, waar vakbe kwaamheid, kennis en ondernemerszin goed tot hun recht kunnen komen. Hoewel dit b.v. geldt voor pootaardappelen en in mindere mate ook voor consumptie aardappelen komt zulks momenteel niet tot uiting. Door een te groot aanbod en een klei nere vraag Engeland b.v. houdt zijn grenzen gesloten zijn de prijzen tot een sterk verlies gevend peil gedaald. Het is slechts een schrale troost dat de aardappelprijzen hier mede als gevolg van een betere kwaliteit relatief- minder slecht zijn dan in andere E.E.G.-landen. Overigens maakt men zich vooral in kringen van de handel wel zorgen omtrent de achteruitgang van het areaal consumptie aardappelen. Dit kan er toe leiden, dat bij een krapte bepaalde afzetmogelijkheden onvol doende kunnen worden benut. Bovendien kan de regering ingrijpen in de prijsvorming om schaarste van dit volksvoedsel te voorkomen, welk ingrijpen dan weer niet bevordelijk is voor de animo om meer te telen. Overigens is een van de oorzaken van de inkrimping van de aardappelteelt vooral ook gelegen in de toe nemende arbeidsmoeilijkheden, die niet alle door mechanisatie kunnen worden opgelost. De afzet van consumptieaardappelen onder vindt wel heel duidelijk de invloed van ver anderende consumptiegewoonten. De normale consumptie blijft langzaam maar zeker dalen. Terwijl daartegenover de belangstelling voor half-bereide en kant- en klaarprodukten, zo als frites en chips toeneemt. Wanneer de kwaliteit en sortering van de in consumptie gebrachte aardappelen kan worden verbeterd en er is thans een ontwikkeling in die richting gaande dan wil het ons voor komen dat Nederland in de toekomst ook bij dit produkt zijn concurrentiekracht zal kunnen bewijzen. De rentabiliteit van de fabrieksaardappelteelt de kurk waarop de veenkoloniale landbouw drijft wordt vooral beïnvloed door de mais- prijs welke in het E.E.G.-beleid wordt aange houden. Verwacht mag worden dat deze mais- prijs een flinke verhoging zal ondergaan, het geen zal kunnen resulteren in belangrijk betere financiële resultaten in de aardappeimeel- sector. Voor wat betreft de granen wacht de akker bouw nog steeds op een beslissing over het Mansholt-voorstel, dat beoogt het prijsniveau in de onderscheidene E.E.G.-landen op korte ter mijn op gelijk niveau te brengen. Weliswaar zal 38

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 8