Hoe vaart de Zilvervloot?
leder jaar wordt per 30 juni door de overheid
een enquête gehouden over het aantal afge
sloten jeugdspaarovereenkomsten en het totaal
gespaarde bedrag in het kader van de jeugd-
spaarwet.
Met betrekking tot de ontwikkeling van het
aantal jeugdspaarovereenkomsten en het ge
spaarde bedrag bij alle spaarinstellingen ge
zamenlijk kan het volgende overzicht worden
gegeven:
gemiddeld bedrag
aantal van kracht totaal gespaard per afges|oten
datum zijnde jeugdspaar- bedrag jeugdspaarover-
overeenkomsten x f 1.000,— eenkomst
30 juni 1959
30 juni 1960
30 juni 1961
30 juni 1962
30 juni 1963
236.257
317.353
378.279
453.722
534.021
36.083
79.776
132.906
193.253
267.675
f 152,70
f 251,40
f 351,35
425,95
501,24
procentuele toename totaal procentuele
periode toename aantal toename aantal gespaard bedrag toename gespaard
spaarders spaarders x f 1.000,— bedrag
30-6-5930-6-60
30-6-6030-6-61
30-6-'6130-6-'62
30-6-6230-6-'63
81.096
60.926
75.443
80.299
34.3
19 2
19.9
17.7
De Zilvervloot mag zich dus in een mooie
gestadige groei verheugen.
Wij willen niet nalaten met nadruk te wijzen op
het grote belang, dat aan het bevorderen van
het sparen door de jongeren in het kader van
de Jeugdspaarwet dient te worden gehecht.
43.693
53.130
60.347
74.422
121.1
66.6
45.4
38.5
Hoewel men zich dit moeilijk kan voorstellen,
is er nog steeds een categorie aangesloten
banken, die op het terrein van de Jeugdspaar
wet onvoldoende activiteit ontplooit.
De afdeling Publiciteit en de spaaradviseurs
zullen gaarne bij deze activiteit van dienst zijn.
(vervolg Banknoten)
dat er toch geen grote bedragen mee zijn ge
moeid en het door de aanwezigen als een
vriendelijk gebaar van de bank wordt be
schouwd.
De G.B.I.-uitgaven kunnen worden besteld bij
de Materiaalafdeling, waar een voorraadje
wordt aangehouden. Helaas kunnen momenteel
niet alle boekjes worden geleverd daar som
mige in herdruk zijn en andere aan herziening
toe zijn.
De te volgen procedure om de financiering
van een G.B.I.-lezing rond te krijgen, lijkt mis
schien een ingewikkelde en omslachtige me
thode. In de praktijk valt dit echter heel erg
mee en kan de noodzakelijke correspondentie
in korte tijd worden afgewerkt.
Veel hangt echter af van de medewerking
van de aangesloten banken. Indien het ant
woord van de plaatselijke bank te lang uit
blijft, kunnen zich moeilijkheden gaan voor
doen, doordat de tijd te kort wordt om de zaak
nog goed voor te bereiden. Aller medewerking
is dan ook dringend gewenst. Hoewel van een
G.B.I.-lezing voor de bank niet veel directe re
sultaten zijn te verwachten, verdient het om
de in het begin van dit artikel genoemde reden
in het algemeen wel aanbeveling, dat de plaat
selijke bank haar medewerking verleent.
Bovendien worden op iedere bijeenkomst
door de docente de namen van de medewer
kende spaarbanken genoemd, wat als publici
teit voor de plaatselijke bank kan worden ge
zien.
41