Opgaande lijn Karakteristiek van 1963 De opgaande lijn is in onze tijd, waarin vooruitgang en achteruitgang bij voorkeur in grafieken worden uitgedrukt, voor ieder het symbool geworden van vordering en wélslagen. Uit de bewegingen van de lijn kan men met één oogopslag zien in welke richting een onderneming zich beweegt. Boeiend vooral is een grafiek, indien deze over de verschillende jaren afwisselend scherpe pieken en diepe dalen vertoont. Al naar gelang de grafiek eindigt op een „piek" of in een „dal" slaakt de belanghebbende beschouwer een zucht van verlichting of een zucht van zorg en ook als de gra fische lijn het allengs meer geleidelijk hogerop gaat zoeken, blijft de spanning of deze opwaartse richting in de toekomst behouden zal worden. Die spanning heeft ook 1963 ons gebracht en 1964 met alle nog volgende jaren zullen er wel voor zorgen, dat deze heilzame spanning niet zal ontbreken. Het boeiende echter van de up en downs in de grafiek, van de pieken en de dalen, zullen we in de bedrijfslijn van onze Raiffeisenorganisatie over de laatste jaren en met name ook in 1963 tever geefs zoeken. De grafiek vertoont namelijk voor de onderscheiden bedrijfsonderdelen van onze organisatie over het recente verleden steeds een constante opgaande lijn. Verleden jaar reeds schreven wij bij een terugblik over 1963: „Wij zijn de laatste jaren min of meer gewend geraakt aan goede resultaten". Thans kunnen we dit in nog versterkte mate herhalen. Het afgelopen jaar heeft voor de aangesloten banken en de Centrale Bank tal van recordcijfers opgeleverd en de opgaande lijn heeft zich nog scherper dan in voorgaande jaren naar boven gewend. Resultante van krachten Waarom heeft de bedrijfslijn van onze organisatie ook in 1963 vastberaden een forse vooruitgang in opwaartse richting gemaakt? Wij kunnen dit ook anders vragen: welke krachten hebben op deze lijn ingewerkt, waardoor hij zijn beweging in de voor onze organisatie gunstige richting heeft voort gezet? Ook een bedrijf ontwikkelt zich immers niet vanzelf: de ontwikkeling is de resultante van gunstige en ongunstige factoren, van krachten die de lijn omhoog trekken en die de lijn omlaag drukken. Zo men al ooit precies de verschillende krachten, die in 1963 werkzaam zijn geweest, precies zal kunnen aanduiden, dan is het daarvoor thans in ieder geval nog te vroeg. Wij staan nog te dicht bij 1963 om goed onderscheid te kunnen maken en wij willen daarom slechts enkele factoren noemen, die in 1963 in ons bankbedrijf een rol gespeeld hebben. De uiterlijke omstandigheden, waarin onze banken hun bedrijf uitgeoefend hebben, waren ook in 1963 gunstig. De economie van ons land en in het algemeen van de westerse wereld bleef zich op zeer hoog peil bewegen. Inzinkingen, waarvoor hier en daar, met name in de Verenigde Staten, ge vreesd werd, deden zich niet voor. Integendeel, ons verslagjaar gaf in vele sectoren van het be drijfsleven een voortdurende bloei te zien. Als geheel genomen verkeert onze bevolking en ons bedrijfsleven in een periode van ongekende welvaart. Wij menen dit met dankbaarheid te mogen en moeten constateren, al zijn wij ons er goed van be wust, dat op deze algemene regel belangrijke en pijnlijke uitzonderingen bestaan. Wij weten ook, dat economisch gezien in 1963 dezelfde zorgen bleven bestaan als in voorgaande jaren, mogelijk nog in verscherpte vorm. De spanningen op de arbeidsmarkt bleven voortduren en de uitwerking op het loonniveau, die de laatste maanden van 1963 te zien gaven, was ongekend hevig. Voor het komende jaar zullen de consequenties van het sterk gestegen loonpeil door het gehele bedrijfsleven met zorg worden gadegeslagen. Ook de positie van het agrarische bedrijfsleven bleef in 1963 niet zonder zorg. Wij meenden ons in het novembernummer van ons blad op dit punt voor de naaste toekomst iets optimistischer te mogen uitdrukken, doch vrezen dat gezien de daarna ingetreden loonstijging en de daarmede ver- 2

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 4