Afrekening van cheques onder gewoon voor behoud (o.g.v.) In verband met o.i. onjuiste opvattingen be treffende afrekeningen van cheques o.g.v. lijkt het gewenst, nog eens duidelijk te stellen wat hierbij de rechtspositie van de betrokken par tijen is. Wij onderscheiden cheques getrokken op binnenlandse banken en cheques op buiten landse banken. Een tweede onderscheid kunnen wij maken tussen cheques, getrokken door een bank en cheques getrokken door een particulier, althans persoon of instelling, niet-bank. Indien de bank een cheque ter incasso ont vangt, dient in beginsel pas de afrekening tussen bank en inzender te geschieden als de betaling door de bank ontvangen is. In sommige gevallen is de gewoonte ontstaan, dat reeds aanstonds na inlevering van de cheque bij de bank de rekening van de inzender voor het in de cheque uitgedrukte bedrag wordt gecredi teerd. Hiertegen bestaat geen bezwaar, mits op de afrekening de clausule o.g.v. (onder ge woon voorbehoud) wordt geplaatst. Deze clau sule houdt in dat de bank zich het recht voor behoud de rekening van de inzender wederom te belasten, of de betaalde gelden terug te vorderen, indien de cheque onbetaald wordt geretourneerd, om welke reden ook. Het is duidelijk, dat het laatste met bank cheques (z.g. prima-bankcheques), welke dus door een bank als trekker zijn uitgeschreven, minder zal voorkomen, dan met cheques door niet-banken uitgeschreven. Het „gewoon voorbehoud" wordt door de Cen trale Bank gemaakt bij afrekening van cheques, die ons door de aangesloten banken ter incasso worden toegezonden. Het dient echter eveneens door de aangesloten banken gemaakt te worden bij afrekening van aan hen door hun cliënten ter incasso gegeven cheques; uiteraard tenzij de betaling reeds door de bank ontvangen werd. De achtergrond van het voorbehoud is ge legen in de algemene rekening-courant-voor- waarden, die de verhouding tussen de Centrale waarden, die de verhouding tusen de Centrale Bank en haar rekeninghouders, waaronder de aangesloten banken, beheersen, komt de navol gende bepaling voor: „Iedere creditering we gens discontering of verrekening van handels papier, vreemde valuta of bankpapier, coupons, dividendbewijzen, giro's, aflosbare of uitgelote stukken, terzake van nog niet ingekomen be dragen of stukken, hoe ook genaamd of uit welke andere hoofde dan ook, geschiedt onder voorbehoud van inkomst en zal slechts van waarde zijn ten belope van het door de bank ontvangen netto provenu." In de rekening-courant-voorwaarden, die de verhouding tussen de aangesloten banken en hun cliënten beheersen, komt een soortgelijke bepaling voor. Het is derhalve van belang laatst genoemde rekening-courant-voorwaarden in de verhouding met cliënten te gebruiken, zowel voor deposito-rekeningen als rekeningen met kredietfaciliteiten (bestelnummer 7072-7-63). Wanneer is nu het gemaakte voorbehoud op geheven? Hiervoor is geen termijn te stellen. In de praktijk blijkt meestal de termijn voor het heen en terug zenden van de cheque, vermeerderd met enkele dagen, voldoende te zijn. Er kunnen zich echter gevallen voordoen, waarbij die ter mijn niet onbelangrijk overschreden wordt. In ieder geval kan de Centrale Bank, die als in casserende instelling optreedt, nimmer aan sprakelijk worden gesteld voor overschrijding van deze termijn en zal zij steeds het recht hebben een onbetaalde cheque terug te boeken, zelfs indien deze na een abnormaal lange pe riode, waarvan de oorzaak niet steeds verklaard kan worden, onbetaald wordt teruggezonden. Ook indien een cheque als normaal incasso papier is behandeld, als betaald is afgerekend en later blijkt, dat deze afrekening door de be trokken bank ten onrechte is geschied om een of andere reden, waardoor de cheque alsnog geretourneerd wordt, kan de als incassobemid delaar optredende bank hiervoor geen aan sprakelijkheid op zich nemen. De aansprakelijk heid zal steeds gezocht moeten worden bij de trekker van de cheque of bij de betrokken bank. Wij adviseren dus steeds, geen cheques di rect uit te betalen aan onbekenden, al kan dit voor z.g. prima-bankcheques nog wel verant woord zijn. In het algemeen dient men er op te letten, dat de gegoedheid van de aanbieder zodanig is, dat de mogelijkheid bestaat de rekening te de- (vervolg op blz. 26) 25

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1964 | | pagina 27